Boze inwoners van Groningen hebben NAM-directeur Bart van de Leemput een afscheidsbrief geschreven. De bestuurder moet wel eens leukere brieven hebben gekregen.
Na vijf jaar bij de Nederlandse Aardolie Maatschappij (NAM) houdt Van de Leemput het voor gezien. Maar veel vrienden heeft hij niet gemaakt in noordoost-Groningen.
Aardbevingen
‘Trek je het niet meer, of blijk je in deze heftige aardbevingsproblematiek niet de juiste man op de juiste plaats te zijn,’ schrijft John Lanting van actiegroep Schokkend Groningen in een brandbrief aan Van de Leemput vanuit ‘toekomstig rampgebied Groningen’.
Zijn actiecomité deed aangifte tegen onder anderen Van de Leemput en minister Henk Kamp van Economische Zaken (VVD).
Doden
Schokkend Groningen houdt de NAM en de minister verantwoordelijk voor de gevolgen die de gasboringen in het gebied zullen hebben.
‘Als de eerste doden en gewonden hier gaan vallen, zal er misschien een deel als rampgebied benoemd worden, maar, wij zullen verder gaan, wij zullen het een plaats delict noemen, een crime scene. Want, het is al jaren bekend, wat er hier kan of zal gebeuren, jullie weten ervan af, maar het geld gaat boven onze veiligheid, bezittingen, onze rust.’
Hooivorken
Lanting schrijft in de brief te hopen dat de NAM-bestuurder slapeloze nachten zal krijgen over boze Groningers. ‘Wij Groningers zullen hopen dat je ons niet vergeet na je NAM-periode, dat je onrustige nachten hebt en droomt over een meute Groningers die je op de hielen zitten met tractoren, mestgrepen, hooivorken en wat niet meer.’
Het is voor Gerald Schotman, die Van de Leemput opvolgt bij de NAM, te hopen dat de spookbeelden van boze Groningers met mestgrepen en hooivorken geen werkelijkheid zullen worden.
De NAM laat in een reactie tegenover elsevier.nl het volgende weten: ‘We vinden het van belang dat iedereen de mogelijkheid heeft om zijn mening te geven over dit complexe onderwerp. Dat is een groot goed en wij nemen de signalen die wij krijgen ook serieus. Daarom zijn we ook met een brede groep belanghebbenden in gesprek om het pakket aan maatregelen, dat in januari is aangekondigd, tot uitvoering te brengen.’