Malaysia Airlines vlucht MH17 is doorboord door een groot aantal objecten dat met hoge snelheid het toestel heeft doorboord. Om wat voor objecten het gaat, is niet duidelijk.
Dat blijkt uit het ‘preliminary report’ dat de Onderzoeksraad voor Veiligheid dinsdag bijna twee maanden na de crash van vlucht MH17 heeft gepresenteerd. Er zijn geen aanwijzingen gevonden dat de crash met vlucht MH17 is veroorzaakt door een technisch mankement of door handelingen van de bemanning.
Nederlandse leiding
De afgelopen weken werkten 25 vliegtuigdeskundigen aan het onderzoek. Nederland is als zwaarst getroffen land aangewezen als leider van het onderzoek naar de crash.
Dit geldt zowel voor het strafrechtelijke deel van het onderzoek, dat wordt geleid door het landelijk parket van het Openbaar Ministerie, als voor het vliegtuigtechnische deel dat de onderzoeksraad voor rekening neemt.
Zwarte dozen
In opdracht van de Onderzoeksraad heeft de Britse Air Accidents Investigation Branch in Farnborough beide zwarte dozen met succes uitgelezen. De cockpitvoicerecorder en de flightdatarecorder zijn belangrijke bronnen in het onderzoek.
Met de flightdatarecorder kan een technisch falen van het toestel worden uitgesloten. Op een cockpitvoicerecorder kan een eventuele kogelregel of ontploffing van een luchtdoelrakket waarneembaar zijn. Uit beide bronnen is gebleken dat de vlucht normaal verliep en vervolgens ‘plotseling werd beëindigd’.
Geen conclusies
Naast de zwarte dozen werden door de onderzoekers beschikbare satellietbeelden, radarbeelden en informatie van de luchtverkeersleiding geanalyseerd.
De Onderzoeksraad liet al doorschemeren dat het rapport geen beschuldigende vinger naar iemand zal wijzen. Daarvoor is het nog te vroeg en die taak ligt bovendien bij het OM. Daarbij kunnen er nog geen grote conclusies worden verbonden aan de bevindingen aangezien de brokstukken in het veld nog niet grondig zijn onderzocht.
De Onderzoeksraad meldt dan ook: ‘Het is tot op heden niet mogelijk geweest uitgebreid onderzoek te doen aan de wrakstukken. Op het beschikbare beeldmateriaal is echter te zien dat de wrakstukken op veel plaatsen zijn doorboord.
Het schadepatroon in de vliegtuigromp en de cockpit komt overeen met de schade die verwacht mag worden van een groot aantal objecten dat met hoge snelheid het vliegtuig van buitenaf doorboort. Vermoedelijk heeft dit dermate veel schade aan het vliegtuig toegebracht dat het leidde tot het in stukken breken van het vliegtuig. Dit verklaart dan ook het abrupte einde van de gegevensregistratie op beide recorders, het gelijktijdige verlies van contact met de luchtverkeersleiding en het verdwijnen van het vliegtuig van de radar.’