Hoe het pilletje normaal werd onder hoogopgeleiden

Ongelukken met xtc en andere ‘partydrugs’ komen niet uit de lucht vallen. Deze harddrugs worden steeds gewoner. De opkomst van de hoogopgeleide parttime-gebruiker: ‘Geneeskundestudenten zijn ’t ergst.’

Voor de ingang van een van de vele festivals in Amsterdam wacht een rij zomers geklede bezoekers, veelal twintigers, veelal hogeropgeleiden, zowel nog studerend als met een baan: van arts tot bioloog, van docent tot advocaat, van journalist tot verslavingspsycholoog.

Halfje delen

Een mannelijke bezoeker propt nog vlug een knopenzakje met drie xtc-pilletjes in zijn boxershort; de jonge vrouw achter hem schuift een papieren pakketje met verpulverde kristallen, MDMA, onder haar bh. Bij de ingang controleert een kordon beveiligers tassen, portemonnees en pakjes sigaretten en fouilleert de festivalgangers. De bezoekers kunnen nu nog vrijwillig, zonder consequenties, afstand doen van hun pillen, poeders en verdovende vloeistoffen. Niemand die dat doet.

Na tien minuten in de rij staat Jasper Zwaan (26; niet zijn echte naam), beginnend advocaat, binnen. ‘Even kijken hoe de sfeer is,’ zegt hij en wandelt het festivalterrein op. De sfeer is euforisch. Een uur en een paar biertjes later friemelt Jasper het plastic zakje uit zijn broek, pakt er een paars pilletje met ster uit en bijt het met zijn voortanden in tweeën. ‘Halfje delen?’ vraagt hij aan een van zijn vrienden. Ze kijken even om zich heen, leggen het halve xtc-pilletje op hun tong, proosten, en drinken het weg met een biertje. Ze zijn niet de enigen. De organisatie van het festival, half juli aan de rand van Amsterdam, heeft maatregelen genomen. Zoals op meer festivals mogen plastic bekertjes niet mee naar de wc. Anders zouden bezoekers buiten het zicht van de beveiliging hun pillen of poeders kunnen wegspoelen of ghb door hun drankje kunnen doen. Dat het toch gebeurt, weet iedereen. Aan alle grote ogen en tandenknarsende kaken is te zien dat zeker de helft onder invloed is.

Geen schaamte

Schaamte voor het gebruik van deze harddrugs is er al lang niet meer. Vlak voor de EHBO-post zitten drie jonge vrouwen van rond de twintig jaar tegen een muurtje. Ze hebben een ballon met lachgas aan hun mond en vallen high achterover. Twee studeren geneeskunde in Amsterdam, de ander rechten in Utrecht. Als ze na een minuut ‘terug op aarde’ zijn, lachen de meisjes om de vraag of meer studiegenoten weleens wat gebruiken. ‘Geneeskundestudenten zijn de allerergsten. ‘Jasper en zijn vrienden staan tussen het dansende publiek, vlak voor de verhoging waarop de dj zijn muziek mixt. Ruim anderhalf uur na het eerste halfje vinden ze dat het tijd is voor het tweede. Ondanks de beveiliging op het terrein – zwarte kleren, V op de borst, oortje – verloopt het ritueel ontspannen.

In het kielzog van de housemuziek deed halverwege de jaren tachtig de synthetische feelgooddrug xtc zijn intrede. Muziek en drugs hoorden lang bij een artistieke voorhoede. Dertig jaar later is elektronische dansmuziek aanweziger dan ooit in het uitgaansleven, en de bijbehorende drugs ook. Net als de muziek zijn die mainstream geworden. Is het niet in het nachtleven, dan wel op de vele festivals.

Festivals

Zeker in de zomer is het elke week wel ergens feest. Sinds 1980 is het aantal festivals vervijfvoudigd: in 2012 telde Nederland er meer dan zevenhonderd met minstens drieduizend bezoekers per festival. Daarnaast zijn afgelegen plaatsen als bossen, bruggen of oude loodsen wekelijks het decor van kleinere festivals of illegale ‘raves’.

Niet op elk festival heerst dezelfde roescultuur. Op festivals met vooral pop- en rockbandjes, zoals Pinkpop en Zwarte Cross, is minder drugsgebruik dan op festivals waar elektronische dansmuziek de boventoon voert. Ook de acceptatie van drugsgebruik verschilt per festival.

Het jaarlijkse Lowlands, in augustus in Biddinghuizen, Flevoland, voert een zerotolerancebeleid en heeft zelfs een snelrechtprocedure: softdrugs tot 5 gram per persoon mag, maar wie wordt betrapt op het bezit van harddrugs krijgt ter plekke door de officier van justitie een straf opgelegd. Hoe groter het festival, hoe strenger de controle op drugs. Op festivals met meer dan tienduizend bezoekers lopen vaak ‘stillen’ rond. Bezoekers die drugs naar binnen hebben gesmokkeld, kunnen op het terrein alsnog worden betrapt door agenten in burger.

Dancefeesten

Maar op dancefeesten, en niet alleen in de hoofdstad, kunnen bezoekers redelijk ongestraft drugs gebruiken. Xtc, MDMA, speed en cocaïne zijn populair; ook ghb, 2CB, ketamine en zogeheten designerdrugs zijn in trek. Organisatoren en festivalbezoekers schatten het percentage dat ‘iets’ heeft gebruikt van ‘minstens de helft’ tot ‘wel 90 procent’. Niet alleen de hoogopgeleide twintiger gebruikt. Op hardcore- en hardstylefeesten als Defqon.1 (Biddinghuizen), Qlimax (eerst Heerenveen, nu Arnhem) en Thunderdome (verspreid over heel Nederland) gebruikt het veelal lagergeschoolde publiek minstens zoveel.

‘Dancefestivals zonder drugs bestaan niet,’ zegt Daniël van Drunen (23), die evenementen organiseert in Amsterdam en industriële vormgeving studeert aan de TU Delft. ‘Er is wel beleid, maar festivals en feesten zijn nu eenmaal broedplaatsen van drugsgebruik. Dat is niet te bestrijden.’

Bas Engels (27), organisator van dance-evenementen: ‘Als de beveiliging vierduizend man moet fouilleren, dan glipt er wel eens wat doorheen. Je kunt moeilijk iedereen uitkleden.’ In theorie moet iedereen die een ‘dealerhoeveelheid’ bij zich heeft – in Amsterdam: meer dan vijf pillen of een halve gram – naar de politie. Maar dat gebeurt lang niet altijd. Van Drunen: ‘Als we dat beleid stipt zouden naleven, zou de politie overbelast raken. We nemen wel alle drugs in. Aan het eind van de dag heb je een goed gevulde bak met allerlei soorten drugs. Die gaat naar de politie.’

Drugscultuur

Wat is het voor drugscultuur die we hier zien? In elk geval één met typisch Nederlandse trekjes. Dat begint al met de houding van de autoriteiten. Hoewel xtc officieel geldt als harddrug, worden gebruikers ervan net zo behandeld als gebruikers van softdrugs: ze worden veelal ongemoeid gelaten. De politie richt de aandacht vooral op de bestrijding van productie en handel en is op de meeste festivals niet actief aanwezig.

Drugsexpert John Jespers (58) van de Landelijke Eenheid van de Nationale Politie vindt dit tweesporenbeleid – repressief door de misdaad aan te pakken, preventief door de gebruikers voor te lichten – essentieel. ‘Als een van beide sporen ontbreekt, loopt de trein uit de rails.’ De repressieve aanpak van de producenten leidt overigens niet tot zichtbare resultaten: het aanbod van drugs blijft stabiel, de prijzen blijven laag.

De gebruikers, intussen, lijken in niets op de klassieke heroïnejunks. Ze gebruiken parttime, recreatief: een xtc-pilletje zien ze als een traktatie – vandaar de naam ‘partydrug’ – en ze houden het naar eigen zeggen bij ‘een paar keer per jaar’. Ook jongeren met goede perspectieven: ze zijn hoogopgeleid, ambitieus, geïnformeerd. Stuk voor stuk omschrijven ze zichzelf als ‘bewuste’ gebruikers. Hun incidentele drugsgebruik zien ze als een vrolijke vorm van escapisme: doordeweeks werken ze zich, als ambitieuze advocaten, artsen of keurige docenten, een slag in de rondte; in het weekeinde mogen ze even ‘uit hun bol’ gaan. Heroïne is voor losers, xtc voor de succesvollen.

‘Verantwoord gebruik’

Neem – nota bene – verslavingspsycholoog Sanne van Veen (29; niet haar echte naam), een van de bezoekers van het festival in Amsterdam. De probleemgevallen die ze wekelijks in de kliniek voorbij ziet komen, weerhouden haar er niet van zelf ook ‘eens per maand’ ‘iets’ te gebruiken. Thuis, in de kroeg of op een feest of festival.

Sanne: ‘Het leven zonder drugs is leuk, maar mét is het net even spannender. Er is een groot verschil tussen drugsgebruik en drugsafhankelijkheid. Het gros van de mensen hier op het festival is incidenteel gebruiker. Pas als je drugs gebruikt om bepaalde gevoelens weg te drukken, is het een probleem. Ik heb een vriend en een baan en ik zit lekker in mijn vel. Ik gebruik zo nu en dan om een feestje net iets leuker te maken.’

Zo reageren de meeste gebruikers op festivals. Verantwoord gebruik, noemen ze het. Maar wie doorvraagt, bespeurt al snel ook een zekere argeloosheid. Bijna niemand laat zijn drugs van tevoren testen. Dat de drugs van een bekende komen, geldt voor de meesten als voldoende zekerheid. Ook Sanne laat haar pillen en poeders niet testen, hoewel ze weet dat dat beter zou zijn. ‘Er zit natuurlijk geen bijsluiter bij. Helemaal veilig en zonder risico’s is het nooit. Blijkbaar ben ik bereid dat risico te nemen.’

Drugstest

Tot 2002 konden gebruikers op festivals hun drugs laten testen. Dat mag niet meer: het zou het gebruik legitimeren. Voorlichting mag nog wel. Op het festivalterrein in Amsterdam loopt tussen de duizenden bezoekers een handvol voorlichters van Unity: vrijwilligers die even jong zijn als de doelgroep. Ze doen onderzoek naar de populariteit van drugs en geven informatie.

Gaat het desondanks mis, dan is er de EHBO-post – ook wel EHBD genoemd: Eerste Hulp Bij Drugsongevallen. Ook hier een allesbehalve repressieve sfeer. De post, van de organisatie Festivalzusters, is huiselijk ingericht. Geen tl-verlichting of fluorescerende hesjes, maar een knusse ruimte met een bed met kussens en dekentjes.

Van de bezoekers die bij ‘festivalzuster’ Alex Heemskerk (28) op de EHBO belanden, is het merendeel onder invloed van xtc of ghb. ‘Bij xtc zien we vaak dat ineens alle impulsen tegelijk komen. Dat geeft misselijkheid, draaierigheid. Dan heeft iemand even rust nodig, aandacht, iets te drinken en lieve mensen om zich heen. Repressie werkt niet. Van een afwijzing of boze blikken raakt zo iemand alleen maar in paniek.’

Normalisering van drugsgebruik alom dus. Dat dit ook z’n nadelen heeft, is evident. Niet alleen wordt de drempel voor gebruik lager het leidt ook tot grotere lichtzinnigheid. Het aantal doden als gevolg van xtc-gebruik (sinds 2002 één tot zeven per jaar) en van andere partydrugs is relatief laag (zie ‘2.961 incidenten’ op pagina 19) maar veel incidenten zijn er wel.

Daarbij gaat het vaak om te zware of vervuilde xtc-pillen. Dat die worden geslikt, zegt iets over de argeloosheid van gebruikers, ook als het gaat om het gebruik van nieuwe drugs: alleen in 2012 al 73 nieuwe soorten.

Designerdrug

Tussen de bomen in de zon danst Frank Willems (27; niet zijn echte naam) op de elektronische muziek van een Duitse dj. ‘Dit keer’ gebruikt hij 4-FMP, een van de middelen die (nog) niet onder de Opiumwet vallen, een zogeheten designerdrug. ‘Ik bestel het op internet. Drie dagen later ligt het bij de post,’ zegt Frank – hemdje, zonnebril, bezweet voorhoofd. Doordeweeks werkt hij in de verpleging in een ziekenhuis en hij studeert gezondheidswetenschappen aan de VU. In het weekeinde mag hij ‘los’, in de zomer vaker dan in de winter.

Door de 4-FMP – poeder of capsule – zweet hij flink, meer dan zijn vrienden die ‘gewoon’ xtc geslikt hebben. ‘Designerdrugs zijn leuk, maar ik heb ook xtc bij me. Uiteindelijk wil je toch iets extra’s.’

Heemskerk van de EHBO-post noemt het gebruik van designerdrugs ‘Russische roulette’. ‘Er is weinig kennis over, niemand weet precies wat het doet. De een vindt het fantastisch, de ander raakt in een psychose. Ik heb weleens een meisje moeten behandelen, dat leek net The Exorcist.’

Een ander berucht voorbeeld is ghb, een van de weinige drugs waarvan het gebruik – en dus ook het aantal mensen dat verslaafd raakt – al jaren stijgt. Omdat de ingrediënten – onder meer gootsteenontstopper – niet verboden zijn, is de productie van ghb nauwelijks te bestrijden. De ingrediënten zijn makkelijk te verkrijgen, een handleiding is op YouTube voorhanden. ‘In een middag kun je een badkuip vol ghb maken,’ zegt festivalorganisator Van Drunen. Hij noemt ghb ‘het gevaarlijkste goedje dat er is’.

Omdat het verschil tussen het gewenste effect en een overdosis erg klein is, zijn er relatief veel ghb-incidenten. Een gebruiker neemt gauw te veel of combineert het met alcohol en gaat ‘out’: hij raakt buiten bewustzijn. In Amsterdam rijdt gemiddeld vier keer per week een ambulance uit voor een ghb-incident. Daarom zijn festivals en clubs bij de toegangscontrole erg op ghb gespitst.

‘Hoe beter de controle op ghb, des te kleiner het aantal incidenten,’ zegt Heemskerk. ‘Een pilletje is makkelijk naar binnen te smokkelen, ghb niet omdat het een vloeistof is. Maar gasten worden steeds creatiever. Een ballonnetje met ghb kun je overal verstoppen en de beveiliging voelt het nauwelijks.’

Legalisering

De normalisering van wat in feite harddrugs zijn, is al zo ver dat de Amsterdamse tak van de JOVD, de jongerenorganisatie van de VVD, pleit voor legalisering van partydrugs als xtc. ‘Dat is een drug waar de maatschappij geen last van heeft,’ zegt Kasim Akdag (21), voorzitter van de jonge liberalen. ‘Van alcohol word je vervelend dronken, van xtc heel liefdevol.’

Veel medestanders heeft de JOVD niet. Gebruikers zelf zeggen dat het huidige formele verbod in elk geval nog iets van een taboe in stand houdt waardoor er een drempel blijft om te gebruiken. Vooral het gedrag van jonge gebruikers – onder de twintig jaar – baart zorgen. Zij worden steeds roekelozer.

Geradbraakt

In Amsterdam slikken tieners steeds vaker steeds meer pillen. Xtc raakt verankerd in de jeugdcultuur. ‘Onder jeugdige gebruikers heerst een cultuur om steeds harder te gaan,’ zegt Heemskerk. ‘Ze vinden de eerste ervaring fantastisch en zijn geneigd steeds meer te nemen, zonder dat ze zich bewust zijn van de risico’s.’ Ook onderzoeksinstituut Trimbos constateert dat de Nederlandse jeugd veel lichtzinniger omgaat met drugs dan leeftijdgenoten elders in Europa.

Sam Dekker (17; niet zijn echte naam) zit in de vijfde van een vwo in Amsterdam-Zuid. Toen hij zestien was, slikte hij zijn eerste xtc-pil. Nu gebruikt hij eens per twee maanden: MDMA, speed, lachgas, xtc en wiet. Voor ghb en ketamine vindt hij zichzelf te jong, maar ‘dat komt nog wel’.

Is het abnormale niet te normaal geworden? Het is tegen middernacht als verslavingspsycholoog Sanne geradbraakt, maar voldaan het festivalterrein afloopt. ‘Als je het nuchter bekijkt, blijft het abnormaal. Je gooit vrijwillig troep in je lijf, waarvan je de herkomst niet kent en waarvan je niet weet wat het met je doet. Ik zie er in mijn werk dagelijks mensen aan kapotgaan.’ Toch wil ze niet zonder. ‘Er is meer dan een nuchter leven.’

Achter haar gooit een bezoeker nog een half pilletje achterover. Op naar de afterparty.