Huwelijksmigranten hebben het moeilijk in Nederland. Ze komen vrijwel niet aan het werk en lopen een groter risico om slachtoffer te worden van huiselijk geweld en andere huwelijk gerelateerde problemen.
Het aantal migratiehuwelijken van Turkse en Marokkaanse Nederlanders is fors gedaald ten opzichte van tien jaar geleden. Daarnaast kampen huwelijksmigranten vaker met problemen zoals huiselijk geweld, gedwongen isolement en komen ze moeilijk aan een baan. Dit meldt het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP) naar aanleiding van een net gepubliceerd onderzoek naar huwelijksmigratie in Nederland.
Marokko en Turkije
In 2001 trouwde nog bijna 60 procent van de Turkse Nederlanders met een huwelijksmigrant uit Turkije. In 2012 is dit percentage gedaald tot 15 procent. Bij Marokkanen daalde het van 55 procent naar 17 procent.
Het SCP noemt verschillende redenen voor de dalingen.
Belangrijk zijn de doorgevoerde wetswijzigingen over leeftijds- en inkomenseisen maar ook het feit dat er meer partners uit diezelfde landen in Nederland beschikbaar zijn. Daarnaast hebben tweede en derde generatie Turkse en Marokkaanse Nederlanders vaak zwakkere banden met het land van herkomst of zijn er negatieve ervaringen met eerdere huwelijksmigranten.
Naast Turkije en Marokko komen huwelijksmigranten veelal uit Oost-Europa, Thailand en Irak.
Er komen meer vrouwen dan mannen naar Nederland om te trouwen: 70 procent van de huwelijksmigranten is vrouw. Onder autochtone mannen lijken vooral vrouwen uit Oost-Europa, Zuidoost Azië en Zuid-Amerika populair te zijn.
Moeizaam
Huwelijksmigranten kunnen vaak maar moeilijk aan de bak komen op de Nederlandse arbeidsmarkt. Vrouwen werken zelfs vaak helemaal niet. Mannelijke migranten hebben meestal wel werk, maar wel op laag niveau.
Kenmerkend voor huwelijksmigranten is dat ze een partner hebben die hier al langer woont en hen opvangt en wegwijs maakt in Nederland. Hierdoor ontstaat een onbalans in de relatie: de migrant heeft de Nederlandse partner nodig om in zijn of haar nieuwe land te kunnen navigeren.
Dit kan leiden tot onvrede en spanningen binnen de relatie. Wanneer er ook kinderen in het spel zijn, geeft de huwelijksmigrant daar qua tijd vaak prioriteit aan en komt integratie op een lager pitje te staan.
Statusdaling
Vooral hoogopgeleide huwelijksmigranten lijken ontevreden over hun leven in Nederland. Hoogopgeleide huwelijksmigranten ervaren dat ze er qua sociaal-economische positie op achteruit gaan.
Ze kunnen geen baan vinden die aansluit bij hun opleiding en ervaring in hun thuisland.
Die aansluiting mist vooral wanneer ze geen Nederlands spreken en door hoge kosten geen nieuwe opleiding of bijscholing in Nederland kunnen volgen.
Vrouwen vullen hun tijd daarom vaak met het moederschap: veel hoogopgeleide vrouwen zouden liever werken maar stellen bij gebrek aan succes hun verwachtingen over hun carrière noodgedwongen naar beneden bij.
De statusdaling die hoogopgeleiden doormaken door te migreren is moeilijk te verkroppen. In hun thuisland hadden ze een goede baan en een hoge maatschappelijke positie, maar in Nederland blijkt een dergelijke positie toch moeilijk te verkrijgen. Daardoor ervaren zij veel meer dan laagopgeleiden teleurstelling in wat Nederland hen te bieden heeft.
Laagopgeleiden hebben het ook moeilijk op de arbeidsmarkt, maar hebben logischerwijs minder last van statusdaling.
Huiselijk geweld
Door de spanningen die bij een migratie komen kijken, lopen huwelijksmigranten een groter risico om slachtoffer te worden van huiselijk geweld, gedwongen isolement, achterlating en huwelijkse gevangenschap.
Hoe vaak en hoeveel migratiehuwelijken resulteren in huiselijk geweld is onbekend. Het onderzoek legt wel een aantal factoren bloot die het risico vergroten. De afhankelijkheidsrelatie tussen de in Nederland wonende partner en de migrant is de belangrijkste.
Degene die naar Nederland is gekomen mist in de eerste periode na de verhuizing beschermende factoren zoals een eigen sociaal netwerk en een eigen bron van inkomsten.
De migrant moet zich verder aanpassen, werk vinden en stellen ervaren vooral in het begin vaak financiële problemen. De stress die hieruit voortkomt kan een katalysator zijn voor huiselijk geweld.
Daarnaast zijn de regels in Nederland zo dat de huwelijksmigrant vijf jaar in hetzelfde huis als de partner moet wonen, anders verliest hij of zij zijn verblijfsvergunning. Hierdoor worden mensen door de wet ‘gedwongen’ om bij elkaar te blijven, waardoor het risico op escalatie van een conflict alleen maar groter is.