De honger- en dorststaking van Azzedine Choukoud, ook wel bekend als Abou Moussa, is alweer voorbij. De verdachte jihadronselaar stopte met eten en drinken, omdat hij niet te spreken is over de manier waarop hij wordt behandeld in de gevangenis in Vught.
Een woordvoerder van de Dienst Justitiële Inrichtingen laat donderdag weten dat er ‘geen sprake meer is van een honger- en dorststaking in de penitentiaire inrichting in Vught’.
Dwingen
Abou Moussa stopte dinsdag met drinken en was daarvoor al gestopt met eten, liet zijn advocaat, André Seebregts, eerder vandaag weten. Vooral niet drinken is gevaarlijk en kan na drie dagen al dodelijk zijn. Seebregts zei dat zijn cliënt ernstig is verzwakt.
Voor gevangenen die in honger- of dorststaking gaan, geldt het recht op zelfbeschikking. Dat betekent dat het personeel hem niet kan dwingen om te eten en te drinken. Abou Moussa is dat nu toch gaan doen, nadat de directie van de gevangenis om 15.00 uur een handreiking heeft gedaan.
De directie heeft gezegd dat als Moussa weer zou eten en drinken, hij uit de isoleercel mocht en de directie met hem zou kijken naar een ‘werkbare oplossing’.
De Dienst Justitiële Inrichtingen benadrukt dat alle gevangenen ‘op een respectvolle en correcte manier’ worden behandeld. ‘Als een gedetineerde zich echter niet aan de regels houdt, kunnen sancties volgen conform de wet- en regelgeving.’
Pesterijen
Aanleiding voor de honger- en dorststaking waren pesterijen gericht tegen de 32-jarige IS-sympathisant uit Den Haag. Ook zou er sprake zijn van onnodig geweld als hij bevelen niet opvolgt, en wordt hij naar eigen zeggen uitgelachen en vernederd.
Bovendien zou Abou Moussa worden gedwongen een gevangenenpak te dragen dat lijkt op dat van de gevangenen in Guantánamo Bay, als hij wil luchten. Abou Moussa beklaagt zich er verder over dat hij over zijn geslachtsdelen wordt gefouilleerd en hij zou zich onnodig vaak moeten uitkleden.
Dat gebeurt volgens Moussa vooral als er ‘woorden zijn gevallen’ tussen hem en het personeel van de gevangenis.
Abou Moussa is een van de prominentste gezichten van de Nederlandse bewegingen van jihadsympathisanten. Hij wordt ervan verdacht jongeren te hebben geronseld voor de oorlog in Syrië. Ook beschuldigt het Openbaar Ministerie Abou Moussa van het voorbereiden van ‘moord/doodslag met een terroristisch oogmerk’. Eind augustus werd hij gearresteerd.