William R., die in januari zijn ex-vrouw Claudia Oskam vermoordde, moest dinsdag in Breda voor de rechter verschijnen. Hij verklaarde dat hij de moord op Oskam zag als oplossing voor een conflict.
Op 13 januari vond de politie het lichaam van de 36-jarige Oskam in de Roode Vaart in Zevenbergen. R., die eerst mee zocht naar de ‘vermiste’ vrouw, vertelde de politie waar ze moest zoeken.
Verwijten
Claudia Oskam belde haar ex-man op 10 januari, toen hij een sollicitatiegesprek had. Ze had net een brief gekregen over belasting- en alimentatiezaken en daaruit bleek dat ze er per maand 600 euro op achteruit zou gaan. Het stel heeft drie kinderen van twaalf, bijna tien en negen jaar.
In het telefoongesprek zou Oskam allemaal verwijten hebben gemaakt, meldt Omroep Brabant. Rond 14.30 uur kwam R. aan in zijn woonplaats Zevenbergen, en om 16.00 uur zou Oskam langskomen om hun drie kinderen op te halen.
Tijdens zijn weg naar huis had R. al enkele scenario’s bedacht om een eind te maken aan de ruzie. Hij dacht: ‘Ik doe mezelf wat aan’ en ‘Ik ga haar ombrengen’. Tussendoor heeft R. zich naar eigen zeggen bedacht. Toch ging hij over tot de moord.
Hij haalde twee zeilen uit het tuinhuisje, legde die neer in de garage en hij pakte een mes uit de keukenla. Met een smoes lokte R. zijn ex-vrouw naar de garage, waar Oskam haar ex een duw zou hebben gegeven. R. ging door het lint: ‘Toen was het te laat. Het was blinde razernij.’
Explosie
Oskam werd geslagen, geschopt en gestoken in haar hals en haar keel. ‘Ik wist niet dat ik zo kwaad kon zijn. Het was echt een explosie van geweld en toen was ze dood.’
Op de vraag van de rechter of R. zijn ex-vrouw heeft gedood of vermoord, antwoordde de man: ‘Het zijn mijn handen geweest. Het heeft mijn kinderen hun moeder ontnomen. Daar kan ik niet mee leven, maar ik kan het ook niet terugdraaien. U kunt mij vragen wat u wilt, maar ik heb dit nooit gewild.’
Na de brute moord zei R. tegen zijn kinderen dat hij boodschappen ging doen. In werkelijkheid dumpte hij het lichaam van zijn ex-vrouw in de Roode Vaart.
De naaste omgeving van R. had na de moord niet meteen door dat er iets aan de hand was. In de dagen erna was hij zelfs nog bij de broer van Oskam, schrijft het AD. Volgens de broer gedroeg R. zich zoals je kunt verwachten als er iemand wordt vermist. ‘Bedroefd, gestresst. Ik zag daar niks raars aan.’