Turkije heeft geen directe overheidsbemoeienis gehad bij de protesten in Almelo tegen de onthulling van een monument ter nagedachtenis aan de Armeense genocide. Nederland heeft de Turkse autoriteiten gevraagd verantwoordelijk om te gaan met de situatie.
Op 24 april werd op de grond van de Armeens Apostolische Kerk in Almelo, het grootste Armeense genocidemonument van Europa onthuld. Het was op die dag precies 99 jaar geleden dat het Ottomaanse regime begon met het verdrijven en afslachten van honderdduizenden Armeniërs in het toenmalige Ottomaanse Rijk.
Protest
De Turkse gemeenschap in Nederland verzet zich tegen het monument. De Turken vinden dat de Armeniërs ten onrechte spreken van ‘genocide’. Veel Turken houden het op de ‘Armeense kwestie’.
Om die reden waren op de dag van de herdenking een kleine honderd Turkse demonstranten naar het stadhuis van Almelo gegaan om te protesteren tegen het monument.
Leuzen en oorlogsmars
De Turkse organisatie Diyanet, die rechtstreeks onder het Directoraat van Godsdienstzaken van de Turkse premier valt, had gratis bussen geregeld om de Turken naar Almelo te brengen. Ook werd in het vrijdaggebed in de 143 bij Diyanet aangesloten moskeeorganisaties aangedrongen op protest tegen het monument. De Turkse consul zou volgens Turkse media organisaties hebben opgeroepen mee te doen aan het protest.
Tijdens het protest werd geroepen ‘Karabag ermeniye mezar olacak’ hetgeen ‘Karabach zal het graf van de Armeniër worden’, verwijzend naar Nagorno-Karabach, een regio in de Zuidelijke Kaukasus waar veel etnische Armenen vandaan komen. Ook werd tijdens de demonstratie een oorlogsmars van het Ottomaanse leger ingezet.
Geen bemoeienis
In een brief aan de Tweede Kamer schrijft minister van Buitenlandse Zaken Bert Koenders (PvdA) dat de leuzen en gespeelde muziek ‘niet bijdragen aan een oplossing van deze ernstige kwestie’. ‘Nederland heeft de Turkse autoriteiten erop gewezen dat de kwestie van de Armeense genocide gevoelig ligt en Turkije opgeroepen verantwoordelijk om te gaan met deze situatie,’ schrijft Koenders.
De Turkse ambassadeur in Nederland heeft in een gesprek met Buitenlandse Zaken aangegeven dat de Turkse overheid zich niet direct heeft bemoeid met de demonstratie in Almelo. Wel heeft de Turkse consul contact opgenomen met de burgemeester van Almelo om de Turkse zienswijze op het monument kenbaar te maken. ‘Dit is een gebruikelijke gang van zaken’, schrijft Koenders.
Geen standpuntt
De minister acht een speciaal onderzoek naar de kwestie niet nodig. Wel zal hij er namens het kabinet Turkije erop blijven wijzen dat de kwestie rond de Armeense genocide gevoelig ligt en dat Turkije ‘verantwoordelijk’ om moet gaan met de situatie.
Het kabinet weigert overigens om stelling te nemen in de kwestie: ‘Het kabinet heeft uiteraard kennis genomen van het wetenschappelijke debat inzake deze gevoelige en ernstige kwestie. Het is aan wetenschappers om de historische feitelijkheden te duiden’.