Het Openbaar Ministerie (OM) in Den Haag heeft besloten Geert Wilders te vervolgen op verdenking van belediging van een groep mensen op grond van ras en aanzetten tot discriminatie en haat. Dit gebeurt vanwege uitspraken op 12 en 19 maart in Den Haag.
‘Politici mogen ver gaan in hun uitspraken, dat brengt de vrijheid van meningsuiting met zich mee, maar die vrijheid wordt begrensd door het verbod op discriminatie,’ laat het OM weten in een verklaring.
Onbegrijpelijk
Het OM merkte Wilders in oktober aan als verdachte en heeft de PVV-leider op 8 december verhoord. Dat verhoor heeft ‘geen nieuwe inzichten’ opgeleverd. Wanneer de eerste inhoudelijke zitting zal plaatshebben, moet nog blijken.
Wilders laat weten het besluit van het OM onbegrijpelijk te vinden. ‘Ik heb gezegd wat miljoenen mensen denken en vinden. Voor de tweede keer wil men blijkbaar afrekenen met iemand die de waarheid spreekt. Het is een gotspe dat ik me daarvoor voor de rechter moet verdedigen. Het OM zou zich bezig moeten houden met het vervolgen van jihadisten in plaats van mij.’
Marokkanen
Tijdens de verkiezingscampagne voor de gemeenteraadsverkiezingen op 19 maart sprak Wilders in een interview over Den Haag als ‘een stad met minder lasten en als het even kan wat minder Marokkanen’.
Op de verkiezingsavond van 19 maart deed hij daar nog een schepje bovenop. Hij vroeg aan de aanwezigen of ze ‘meer of minder Marokkanen’ willen. De PVV’ers riepen luid ‘minder, minder, minder‘, waarop Wilders zei: ‘Dan gaan we dat regelen.’
Er werd massaal aangifte gedaan tegen Wilders vanwege de uitspraken, die de wereld over gingen. Het OM ontving meer dan 6.400 aangiften.