SCP: ‘lage homo-acceptatie moslims en strenge protestanten’

De meerderheid van moslims en strenggelovige protestanten in Nederland keurt homoseksualiteit af.

53 procent van moslims en 58 procent van strenggelovige protestanten zegt homoseksualiteit ‘iets verkeerds’ te vinden.

Dit blijkt uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).

Bij beide groepen is er niet veel verschil in opvatting tussen jongeren en ouderen. Het onderzoek van het SCP richt zich in bredere mate op de acceptatie, of in dit geval het gebrek daaraan, van homoseksualiteit door etnische en religieuze groepen in Nederland.

Eigen kinderen

Niet verrassend is ook dat driekwart van de moslims er een probleem mee zou hebben wanneer hun kind thuis zou komen met een partner van hetzelfde geslacht. Ook bij strenggelovige protesten accepteert slechts een kwart de eventuele homoseksuele geaardheid van het eigen kind.

Niet-gelovigen en rooms-katholieken blijken een stuk toleranter: de overgrote meerderheid van 95 procent geeft daar aan dat homo- en biseksuelen hun leven moeten kunnen leiden zoals zij dat zelf willen.

Het aantal wat daarvan een homoseksuele geaardheid van het eigen kind zou accepteren is iets lager: dat ligt op 75 procent.

Ook niet geheel onverrassend is dat autochtone Nederlanders een stuk positiever blijken over homoseksualiteit dan hun allochtone landgenoten.

Slechts tien procent van de autochtonen ziet homoseksualiteit als iets verkeerds. Bij de Turkse en Marokkaanse Nederlanders heeft de helft die mening. Bij Surinamers en Antilianen wordt homoseksualiteit ook door de ruime meerderheid geaccepteerd.

Verandering van binnenuit

Het COC, de belangenorganisatie voor LHBT’ers (Lesbisch, homo, bi- en transgender) in Nederland,  geeft in een reactie aan dat ‘verandering van binnenuit moet komen’.

De organisatie vindt bijvoorbeeld dat homo’s of lesbiennes van Marokkaanse of Turkse afkomst zelf het beste in staat zijn om binnen hun gemeenschap verandering teweeg te brengen. De organisatie vindt wel dat de overheid meer moet doen om deze groep daarin te steunen.