Wat wisten de veiligheidsdiensten AIVD en MIVD over de veiligheidssituatie in Oost-Oekraïne voordat Malaysia Airlines vlucht MH17 op 17 juli vorig jaar uit de lucht werd geschoten. De Commissie van Toezicht betreffende de Inlichtingen- en Veiligheidsdiensten (CTIVD) zoekt dit uit.
Dat de veiligheidssituatie in de Donetsk-regio in juli vorig jaar niet best was, mag als bekend worden beschouwd. Er werd op dat moment hevig gevochten tussen pro-Russische vrijheidsstrijders en het door Kiev aangestuurde leger.
Gevaar voor luchtverkeer
Dat hierbij ook het luchtverkeer niet veilig was, is ook geen geheim. Zo maakten persbureaus op 14 juli melding van een Oekraïens Antonov-toestel dat op een hoogte van ruim 21.000 voet door de separatisten uit de lucht werd geschoten.
Mede door dit incident werd het luchtruim in het zuidelijke deel van het vluchtinformatiegebied Dnjepropetrovsk (UKDV) gesloten tot 26.000 voet en het oostelijke deel tot 32.000 voet. Dit blijkt uit de Oekraïense vlieginstructies (NOTAMs) uit die periode die openbaar zijn. Ook Nederlandse diplomaten werden door Oekraïense collega’s en minister van Buitenlandse Zaken Pavlo Klimkin bijgepraat over de situatie.
Onderzoek
Is daar informatie gedeeld die tot nu toe niet bekend was? Beschikten onze veiligheidsdiensten over informatie waaruit bleek dat het civiele vliegverkeer boven het gebied in gevaar zou zijn? De CTIVD gaat dat op verzoek van de Onderzoeksraad voor de Veiligheid (OVV) onderzoeken. Volgens de OVV is dit verzoek al geruime tijd geleden gedaan. Enkele dagen geleden vroegen CDA en D66 ook al om een dergelijk onderzoek.
Overigens is het niet gebruikelijk dat veiligheidsdiensten hun informatie met vliegmaatschappijen delen. De maatschappijen maken hun eigen afwegingen door middel van dispatchers die de beste route bepalen met behulp van een computersysteem. In het geval van KLM en Malaysia Airlines is dit het Lido-systeem.
Binnen de luchtvaart klinkt, vooral sinds MH17, een duidelijke roep om een centraal systeem waarmee inlichtingendiensten informatie over vluchtroutes kunnen delen.