Dion Graus en de ‘dierenpoezen’ in de Tweede Kamer

'Fred Libochant'

Soms geloof je je oren niet. Bijvoorbeeld als een Tweede Kamerlid collega’s belachelijk maakt. Het gebeurde vorige week. Aan de orde was een verzoek van Dion Graus (PVV) om een Kamerdebat over dierenwelzijn te agenderen.

In 2010 dwong de PVV in ruil voor de gedoogsteun aan Rutte I de komst van de dierenpolitie af, een meldpunt voor dierenmishandeling – telefoonnummer 144 – en een Expertisecentrum Dierenwelzijn. Van dat alles is onder Rutte II weinig meer over.

Het centrum ging dicht; er kwamen geen 500, maar 160 animal cops en die moesten er ook nog ander werk bij doen. Alarmnummer 144 werkt wel. ‘Maar er zijn geen mensen meer die de meldingen kunnen natrekken. Om die reden wil ik graag een debat met de minister,’ zei Graus op het spreekgestoelte van de Kamer.

Gezelschapsdieren

Een Kamermeerderheid vond dat Graus zijn zorgen ook in een reguliere vergadering kon uiten. Maar de PVV’er gaf niet op en wees op de ‘10.000 konijnen, 1.600 honden, 500 katten en andere dieren’ die dierproeven moeten ondergaan.

Niet alleen ‘aapjes, muizen of ratten, nee zelfs gezelschapsdieren’. En dat terwijl de Kamer vier moties van hem had gesteund om dierproeven versneld af te bouwen. Hierover moest toch echt worden gedebatteerd. Maar weer kreeg hij onvoldoende steun.

Graus: ‘Ik pak dit verlies voor de dieren — niet voor mijzelf maar voor de dieren — ik constateer dat er erg weinig wordt gedaan voor dieren. De dieren hebben een stem via de “dierenpoezen”, via Esther Ouwehand en mevrouw Thieme, en via mij.’

Dierenpoezen! De stenografische dienst had het ook gehoord, getuige het verslag. De aangesproken dames van de Partij voor de Dieren ook. Die keken verstoord van hun bankjes op, maar haalden vervolgens hun schouders op. Heel soeverein.

Elsevier nummer 13, 28 maart 2015