Nederland vecht als een leeuw in Brussel om neutraal internet te behouden, maar de meeste Unielanden vrezen verlies van inkomsten.
Het lijkt zo vanzelfsprekend: een berichtje sturen via WhatsApp. Maar in Brussel wordt een politiek gevecht gevoerd dat internetdiensten als WhatsApp weleens de nek zou kunnen omdraaien.
Nederland is van de 28 lidstaten van de Europese Unie (EU) de ferventste voorstander van zogeheten netneutraliteit. Daarbij geldt voor iedereen die data over de internetsnelweg verstuurt het principe: wie het eerst komt, die het eerst maalt.
Nederland heeft de meest verregaande wet waarin dit is geregeld. Zuid-Europese en Scandinavische landen daarentegen willen hun staatstelecombedrijven beschermen en lijken via Europese regels hierin te slagen. ‘Ik ga me hiertegen verzetten tot het bittere eind,’ zegt europarlementariër voor D66 Marietje Schaake (36), al jaren pleitbezorger voor netneutraliteit.
Concurrentie
De voorgeschiedenis is curieus. Klassieke telecombedrijven als KPN (‘dinosauriërs’ volgens Schaake) ervaren al jaren hevige concurrentie van gratis communicatiediensten als WhatsApp. Die diensten gebruiken internet en niet het klassieke telefoonnetwerk. Fijn voor consumenten: de telefoonrekening daalt.
In 2011 verklapte KPN-topman Eelco Blok hoe hij dacht gratis concurrenten als WhatsApp te kunnen verslaan. Een van de manieren was hun data laten wachten tot ze mogen ‘invoegen’ op de internetsnelweg. KPN beheert het netwerk en is daartoe dus in staat.
Een dienst als WhatsApp wordt daardoor waardeloos. Als de helft van de berichtjes niet doorkomt, zullen mensen de dienst gauw negeren. Daarnaast zou een netwerkbedrijf als KPN geld kunnen vragen aan bedrijven in ruil voor voorrang op de internetsnelweg (‘speciale diensten’).
Het leidde tot een zeldzaam eensgezinde reactie van de Tweede Kamer: de internetsnelweg moet voor iedereen tegen dezelfde voorwaarden toegankelijk zijn. In 2011 nam de Kamer als tweede parlement ter wereld unaniem een nieuwe Telecomwet aan die telecombedrijven verplicht ‘netneutraliteit’ toe te passen.
De EU-landen hebben de Europese Commissie inmiddels opdracht gegeven om Europese regels op te stellen. In het voorstel van de Commissie blijkt netneutraliteit niet verplicht. Mocht het voorstel worden aangenomen, dan dreigt de Nederlandse wet uit 2011 te worden geliquideerd. Nederland doet er daarom alles aan om de voorgestelde regels te veranderen en het besluitvormingsproces te saboteren.
Netneutraliteit
Het is nog niet succesvol genoeg, bleek vorige week vrijdag nadat topambtenaren van de 28 lidstaten in Brussel hadden overlegd. Acht landen, waaronder Duitsland, zijn voor een vorm van netneutraliteit. Samen hebben ze echter te weinig stemgewicht om de noodzakelijke blokkerende minderheid te vormen.
De belangrijkste reden voor de verschillende posities is die van eigendom. De Nederlandse staat is geen eigenaar meer van een telecombedrijf. Maar minister van Economische Zaken Henk Kamp (VVD) zat donderdag aan tafel met collega’s die twee petten op hebben: die van minister en die van grootaandeelhouder van telecomfirma’s.
Een meerderheid van de 28 Unielanden is daarom tegen netneutraliteit. Dat ondermijnt de verdienmodellen van ‘hun’ telecombedrijven en dus het staatsbudget. Zij hebben één sterk argument: telecombedrijven die netwerken beheren, hebben inkomsten nodig om die te beheren, te beveiligen en uit te breiden. WhatsApp betaalt niet mee.
De Verenigde Staten besloten vorige week tot netneutraliteit. Als Europa de andere kant opgaat, ontstaan twee typen internet. Eén in Amerika, dat iedereen gelijk behandelt en één in Europa, dat onderscheid maakt.
Maar de druk is ook in Europa hevig. Het Europees Parlement, 50 jongerenorganisaties uit 24 landen en verrassend genoeg ook de gezamenlijke organisatie van grote internetfirma’s CCIA willen netneutraliteit. CCIA vertegenwoordigt Facebook, eBay, Yahoo, Google en Amazon.
Zij hebben veel geld en kunnen telecombedrijven best betalen om hun data als eerste bij de klant te krijgen en nieuwkomers en kleinere bedrijven van het internet te drukken. Maar ze willen liever niet betalen en ze willen nieuwe bedrijfjes met goede ideeën kunnen kopen.
‘Dan moeten die zich wel kunnen ontwikkelen,’ zegt Jakob Kucharczyk (31), de Duitse directeur van CCIA in Brussel. ‘Het internet is als een ecosysteem, dat niet kan bestaan zonder gelijke toegang voor kleine bedrijven.’ Letland, tijdelijk voorzitter van de Europese Unie, wil uiterlijk in de zomer een akkoord hebben bereikt tussen de Unielanden, Commissie en het Parlement.