Nederland is voor het eerst voorbijgestreefd als homovriendelijkste land ter wereld. IJsland staat nu op nummer één.
Dat blijkt uit een maandag gepubliceerd onderzoek over homo-acceptatie van het Sociaal en Cultureel Planbureau (SCP).
Met name het tonen van openlijk intiem gedrag door homo’s, biseksuelen en transgenders ligt voor Nederlanders soms gevoelig. Desondanks neemt het aantal Nederlanders met een positieve houding ten aanzien van homoseksualiteit nog altijd toe.
‘Remmende voorsprong’
Het onderzoek, dat elke twee jaar wordt gehouden, is uitgevoerd op verzoek van het ministerie van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. In 2013 en 2011 voerde Nederland nog alle lijstjes aan.
Volgens het rapport is de toegenomen tolerantie in landen zoals Spanje, IJsland en Denemarken de reden waarom Nederland niet meer bovenaan de lijst tolerante landen staat. Vooral 70-plussers, strenggelovigen en migranten behouden een sterk negatieve houding.
Openbare liefdesuitingen
De grootste problemen doen zich voor bij openlijke liefdesuitingen. Zo beschouwt 35 procent van de bevolking twee openlijk zoenende mannen als aanstootgevend. Volgens onderzoekers Lisette Kuyper toch een winst, omdat dit aantal in 2014 zes procent hoger lag.
Het percentage dat twee zoenende mannen in het openbaar afkeurt, ligt ongeveer drie keer zo hoog als het percentage dat een zoenende man en vrouw afkeurt (35% versus 12%). Als het twee vrouwen betreft, ligt dat percentage twee keer zo hoog (24% versus 12%).
Baltische staten
Oost-Europa is onveranderd minder tolerant ten opzichte van West- en Zuid-Europa als het gaat om homo-acceptatie. De grootste weerstand is te vinden in landen als Oekraïne, Rusland en Albanië.
Onderaan de lijst bungelt Litouwen, waar slechts 15 procent van de bevolking van mening is dat homoseksuelen het leven moeten kunnen leiden dat ze willen. Opvallend: In de Scandinavische landen is de houding ten opzichte van homoseksualiteit positief maar in de noordelijk gelegen Baltische landen is de houding ‘juist uiterst negatief.’
Minister Jet Bussemaker (PvdA, Onderwijs, Cultuur en Wetenschap) laat in een reactie weten ‘het van het allergrootste belang te vinden met name jongeren te blijven benaderen’. Dat is volgens haar de sleutel van acceptatie. ‘Dat betekent dat we homoseksualiteit bespreekbaar moeten blijven maken. In de klas, op het voetbalveld, ook als dat een ingewikkeld thema is.’
Moeite
Belangenorganisatie voor homoseksuelen COC laat weten dat het ‘het laagje acceptatie in Nederland dunner is dan het lijkt.’ Voorzitter Tanja Ineke: ‘Er is nog veel om voor te vechten als zo veel Nederlanders moeite hebben met iets onschuldigs en liefdevols als een kus of hand-in-hand lopen.’
Het COC pleit voor betere voorlichting over lesbiennes, homo’s, biseksuelen en transgenders op scholen. Het onderwerp zou volgens de organisatie verplicht moeten worden gesteld op docentenacademies. Volgens het COC is er op opleidingen voor leraren ‘zeer summier’ aandacht voor het onderwerp.