De Europese Commissie wil 40.000 asielzoekers over de Europese Unie spreiden. Nederland zou hiervan 1740 personen moeten opvangen.
Dit getal werd dinsdag in Brussel genoemd. De Europese Commissie gaat het tijdelijke verdeelplan woensdag presenteren.
Met de verspreiding van de 40.000 asielzoekers wil Brussel de Europese grenslanden Italië en Griekenland ontlasten. Het spreidingsplan houdt rekening met de omvang en de rijkdom van het land, de werkloosheid en het aantal asielzoekers dat al aanwezig is.
Op basis van deze kenmerken stelde de commissie een verdeelsleutel op, op basis waarvan Duitsland met 18.42 procent verreweg de meeste migranten moet opvangen. In Nederland gaat het om een percentage van 4.35 procent, iets meer dan eerder werd gedacht.
Verblijfsvergunning
De grote toestroom van migranten naar Italië en Griekenland rechtvaardigt volgens de commissie een tijdelijke spreiding. Eurocommissarissen Frans Timmermans en Dimitris Avramopoulos, de initiatiefnemers van het plan, stellen voor om het komende jaar 24.000 asielzoekers uit Italië en 16.000 uit Griekenland door te sturen naar andere EU-landen.
De groep migranten bestaat voornamelijk uit Syriërs en Eritreeërs die vanwege het geweld in hun land vrijwel verzekerd kunnen zijn van een verblijfsvergunning.
De commissie stelde onlangs ook voor om 20.000 erkende vluchtelingen op te nemen die zich nu in kampen buiten de EU bevinden. Voor Nederland zou het daarbij gaan om 732 vluchtelingen (3,66 procent van het totale aantal).
Mochten er in andere landen aan de Middellandse Zee, bijvoorbeeld Spanje of Malta, in de komende tijd meer migranten aanmeren, dan moet volgens de commissie hier ook de last van verdeeld worden.
Vragen
Het plan roept ondertussen vragen op bij het kabinet, schrijven minister Bert Koenders (PvdA) van Buitenlandse Zaken en staatssecretaris Klaas Dijkhoff (VVD) van Justitie dinsdag. Over veel van de onderdelen van het plan zijn de twee positief.
Het kabinet wil onder meer weten welke procedures gelden tijdens een verplichte herplaatsing, wat geldt als een ‘noodsituatie’ en wie er voor herplaatsing in aanmerking komen. Volgens de Koenders en Dijkhoff zijn deze vragen van essentieel belang ‘voor de definitieve positiebepaling van het kabinet’.
Laksheid
Wat verder volgens het kabinet van belang is dat landen de Europese regels wat betreft asielzoekers naleven. Wanneer dit niet gebeurt, wil het kabinet ‘terughoudend’ omgaan met herplaatsing. De noordelijke Europese landen leveren bijvoorbeeld al langere tijd kritiek op de manier waarop Italië asielzoekers registreert. Door ‘laksheid met de regels’ zouden veel migranten zelf vanuit Italië en Griekenland een andere bestemming zoeken.
Dit maakt dan ook deel uit van het plan: de Europese hulp aan Griekenland en Italië kan worden opgeschort wanneer de twee landen de wetten voor asielverzoeken (en dan vooral het afnemen van vingerafdrukken) niet volgen en niet met een geloofwaardig plan van aanpak komen.
De landen Denemarken, Groot-Brittannië en Ierland hoeven niet mee te doen met het spreidingsplan. Zij wisten met eerdere onderhandelingen een uitzondering op het plan af te dwingen.