Raad van State oordeelt niet meer over illegalen, waarom?

'ANP'

Het kabinet hoeft geen rekening meer te houden met de uitspraak van de Raad van State over de opvang van uitgeprocedeerde asielzoekers. De advocaat van de illegalen heeft de zaak ingetrokken.

Vol spanning wachtten VVD en PvdA op de uitspraak van de bestuursrechter deze week. Moet Nederland opvang bieden als vreemdelingen weigeren mee te werken aan hun terugkeer? Het antwoord van de Raad van State op die vraag is voor de coalitie ‘richtinggevend’.

Op het allerlaatste moment laat advocaat Pim Fischer weten dat hij de zaak intrekt. De Raad van State doet daarom geen uitspraak meer over de kwestie. Hoe zit dat?

Elsevier.nl zet vier vragen en antwoorden op een rij.

1. Waarover ging de rechtszaak?

Om de vraag of illegalen alleen opvang moeten krijgen als zij meewerken aan hun terugkeer. Vorig jaar bood toenmalig staatssecretaris Fred Teeven (VVD) van Veiligheid en Justitie zes uitgeprocedeerde vreemdelingen opvang aan. Ze vroegen om onderdak omdat de gemeente Amsterdam hen per 1 juli uit de Vluchtgarage wilde zetten. Teeven deed dat onder de voorwaarde dat de asielzoekers zouden meewerken aan hun vertrek.

Zes illegalen stapten daarop naar de rechter. Die stelde hen in het ongelijk: Teeven mag volgens de Amsterdamse rechtbank wel degelijk vreemdelingen voorwaardelijk opvangen. Maandag zou het hoger beroep dienen bij de Raad van State, maar die hoeft nu geen uitspraak meer te doen.

2. Waarom is de zaak nu ingetrokken?

Omdat de illegalen al opvang hebben gekregen van de gemeente Amsterdam. Vrijdag oordeelde de rechtbank in Amsterdam in andere zaak dat illegalen onvoorwaardelijk recht hebben op basisopvang.

Volgens Fischer is er voor zijn cliënten nu geen belang meer om de procedure door te zetten bij de Raad van State. Mogelijk was de bestuursrechter met een minder gunstige uitspraak gekomen.

3. Hoe belangrijk zou de uitspraak zijn voor de ‘bed, bad en broodregeling’ van het kabinet?

Nauwelijks, juridisch gezien. De uitspraak gaat niet over het akkoord van PvdA en VVD, benadrukte de bestuursrechter voorafgaand aan de zaak. De Raad van State zou dan ook niet oordelen over de vraag of het kabinet de basisopvang voor illegalen mag beperken tot de vijf grote steden en Ter Apel.

De vraag waarover de Raad van State zich zou buigen was namelijk niet of de gemeente, maar of de staatssecretaris de opvang mocht weigeren. In het ‘bed, bad, en broodakkoord’ biedt niet de staatssecretaris opvang, maar de gemeenten. ‘De zaak gaat dus ook niet over de vraag of en, zo ja, in hoeverre gemeenten opvang mogen en moeten bieden aan uitgeprocedeerde vreemdelingen,’ schrijft de Raad.

4. Hoe nu verder met de opvang voor illegalen?

Het is nu wachten op een zaak die loopt bij de Centrale Raad van Beroep, de hoogste bestuursrechter in Nederland op het gebied van sociale zekerheid. Die doet volgende maand nog uitspraak in een vergelijkbare zaak.

Daarnaast moet het kabinet nog afspraken maken met gemeenten over de opvang van illegalen. In een bestuursakkoord moet uiteindelijk duidelijkheid komen over de duur van de opvang en de exacte locaties.