Het lijkt weer pais en vree te zijn tussen minister van Sociale Zaken Lodewijk Asscher (PvdA) en de Turkse organisaties die hij onlangs heftig bekritiseerde. Asscher zegt de organisaties nu als ‘bondgenoten’ te zien.
Vorig jaar uitte de minister nog stevige kritiek op vier Turkse organisaties die in zijn ogen niet transparant genoeg waren over hun activiteiten.
Turkse identiteit
Bij de minister was het beeld ontstaan dat deze organisaties vooral bezig zijn om de Turks-islamitische identiteit onder Turkse Nederlanders uit te dragen en te versterken.
Ook had hij de indruk dat de Turkse overheid een grote invloed heeft op deze organisaties. De minister dacht er zelfs over om de subsidies stop te zetten. Binnen de PvdA ontstond toen een hevige discussie die leidde tot het vertrek van twee Turks-Nederlandse Kamerleden.
Milder
Maar gesprekken met deze organisaties hebben de minister een stuk milder gestemd, zo schrijft hij nu aan de Tweede Kamer. Op het gebied van de gebrekkige participatie van Turkse jongeren in de Nederlandse samenleving zegt de minister een bondgenootschap te hebben gesloten met de organisaties.
‘Het is onacceptabel wanneer mensen, en zeker een jonge generatie Nederlanders, het gevoel hebben er niet bij te horen en met de rug naar de Nederlandse samenleving komen te staan. De vier organisaties kunnen hierbij een belangrijke rol spelen en hebben aangegeven dat ook te willen doen. De organisaties worden daarmee bondgenoten in wat er de komende tijd moet gebeuren,’ schrijft Asscher.
Geen controle
In de brief verontschuldigt Asscher zich vervolgens voor het beeld dat ‘is ontstaan’ dat hij deze organisaties wil ‘controleren’. ‘Mijn doel hierbij is echter volstrekt anders, namelijk om in samenspraak met deze organisaties en vanuit een gedeelde betrokkenheid bij de integratie van de Turks-Nederlandse achterban de ontwikkelingen nauwlettend te volgen en de integratie te bevorderen.’
De minister wil dit doen door te investeren in de relatie met de Turkse clubs om zo een betere samenwerking mogelijk te maken. Voor de zomer start daarom een nieuwe gespreksronde met de Turkse organisaties over de samenwerking. Van de kritische toon van Asscher richting de organisaties lijkt weinig over te zijn.