Carla Joosten, politiek redacteur van Elsevier, ziet een surrealistisch treffen tussen leden van het Europees Parlement en het Nederlandse.
De politiek kent veel pseudo-gebeurtenissen. Persconferenties of vergaderingen die amper nieuws opleveren en toch betekenis hebben. Zo was er onlangs een in de Groen van Prinstererzaal in de Tweede Kamer. Leden van het Europees Parlement kwamen met Tweede Kamerleden praten over belastingontwijking.
Het werd een botsing van culturen. Dat begon al voor de vergadering. Enkele Europese gasten liepen naar de koffiekannen en schonken zichzelf in. De bodes keken onthutst: dat is hun taak, maar pas als de vergadering begint. En toen kwam GroenLinks-fractieleider Jesse Klaver ook nog in strijd met het protocol in regenjas binnen. De bode hing hem snel in een muurkast.
‘We gaan niet over belastingen, dat is een nationale bevoegdheid, maar we gaan wel over concurrentie,’ zei de Franse afgevaardigde Alain Lamassoure over de reden van het bezoek uit Brussel. ‘We vinden dat er in de Unie geen eerlijk speelveld is.’
Fiat Chrysler
Zo kon de Italiaan Marco Valli er niet bij dat Fiat Chrysler juridisch in Nederland is gevestigd. De Portugese Elisa Ferreira begreep niet dat van de twintig grootste bedrijven in haar land er zeventien in Nederland zitten. Bekende stof.
Helma Neppérus (VVD) draaide er niet omheen: ‘We willen banen en daarom treffen we regelingen met bedrijven.’ Klaver schaarde zich achter Arnold Merkies (SP): banen of niet, links wil af van afspraken met bedrijven. Na twintig minuten vertrok Klaver, zonder jas.
Er viel weinig nieuws te noteren. De europarlementariërs wisten allang hoe het in Nederland zit. Maar rituelen hebben betekenis: met hun bezoeken aan nationale parlementen maken de Europese politici zichzelf deelnemer in een spel waarin ze nog niet meedoen. De bodes stonden na afloop paf. Dat die politici zichzelf koffie inschonken. Nou, nou, nou.
Elsevier nummer 24, 13 juni 2015