Kamer eens over Islamitische Universiteit: trek accreditatie in

'ANP'

De Tweede Kamer wil dat de Islamitische Universiteit Rotterdam (IUR) zijn officiële erkenning kwijtraakt. De omstreden universiteit, die eigenlijk helemaal geen universiteit is, raakte al eerder in opspraak.

De partijen VVD en SP vragen minister Jet Bussemaker (PvdA) van Onderwijs te onderzoeken of de accreditatie van de IUR kan worden ingetrokken. Het voorstel van de twee partijen haalde met steun van het CDA en de PVV een meerderheid in de kamer.

‘Domme moslims’

De VVD stelde de kwestie al eerder aan de orde in de vaste Tweede Kamercommissie voor onderwijs. De aanleiding voor het verzoek zijn de omstreden uitspraken van de rector Ahmet Akgunduz. Hij deed in aanloop naar de Turkse parlementsverkiezingen een oproep op Facebook om niet op de linkse pro-Koerdische partij HDP te stemmen. De partij haalde uiteindelijk de kiesdrempel van 10 procent.

Ook noemde hij mensen die de AK-partij van de Turkse president Recep Tayyip Erdogan niet steunen ‘homo’s, Armeniërs en domme moslims’ en veroordeelde hij in juni de demonstranten die op het Taksimplein in Istanbul protesteerden tegen Erdogan.

Vorig jaar lag de universiteit onder vuur wegens klachten van seksuele intimidatie van twee vrouwelijke studenten tegen een lid van het bestuur.

Twijfel

De VVD en de SP vinden dat deze opvattingen hebben geleid tot onrust en kunnen ze niet los worden gezien van zijn functie. Ook vinden ze het onjuist het bestuur hiervan geen afstand heeft genomen. Volgens de partijen leidt dit tot ‘gerede twijfel over de waarborging door het bestuur van de onderwijskwaliteit’.

Wat betekent het als de universiteit, die in werkelijkheid een hbo-instelling is, zijn accreditatie verliest? Zonder erkenning krijgen studenten aan de instelling geen studiefinanciering en krijgen ze ook geen ‘echte’ graad. Ook wordt normaliter de financiering gestopt, maar de IUR krijgt nu al geen overheidsgeld. De instelling biedt momenteel elf cursussen die zijn geaccrediteerd als hbo-opleiding.

Bussemaker gaf vorige maand zelf al aan het vertrouwen in de rector kwijt te zijn. Omdat zij zelf niet de macht had iets tegen hem te beginnen, vroeg ze de raad van toezicht van de IUR om een gesprek. Wat daar precies is uitgekomen, wil het ministerie van Onderwijs nog niet kwijt.

Wel is Bussemaker naar aanleiding van deze zaak bezig met een wetswijziging die ervoor kan zorgen dat een minister kan ingrijpen wanneer een instelling of een bestuurder niet voldoet aan de ‘maatschappelijke verantwoordelijkheid’. Zij kan dan de bevoegdheid intrekken om graden te verlenen. De Kamer praat donderdag verder over de kwestie.