Met de Spanjaarden kwam de ezel naar Bonaire en werd in de loop der eeuwen geliefd erfgoed. Maar nu zijn er wel heel veel. En dat import-Nederlanders op het eiland de overlast willen aanpakken, zet kwaad bloed.
Toeristen die aankomen op Flamingo Airport krijgen ze al snel te zien. Verkeersborden die waarschuwen voor overstekende ezels. Grote kans dat ze vlak bij het vliegveld de dieren al zien.
Op de Kaya International, de smalle tweebaansweg die het vliegveld met hoofdstad Kralendijk verbindt, zwerft al weken een groep van 28 hengsten. Overdag zijn de ezels goed te zien, ’s avonds kunnen ze in de berm of plotseling overstekend automobilisten de schrik van hun leven bezorgen. De aanwezigheid van loslopende ezels op het eiland zorgt geregeld voor ongelukken in het verkeer.
Het is een al langer bestaand probleem. In 1956 was in het jaarverslag over Bonaire te lezen dat het aantal loslopende ezels
onrustbarend steeg: ‘Deze dieren vormen een gevaar voor het autoverkeer, daar ze ’s avonds tot in de straten van Kralendijk rondzwerven.’ In die tijd telde het eiland 5.500 inwoners, er reden 250 auto’s en er liepen naar schatting 1.200 ezels rond.
Erfgoed
De ezels zijn onverbrekelijk verbonden met de geschiedenis van Bonaire. Al sinds de zestiende eeuw zijn ze door de Spaanse kolonisten meegebracht voor het zware werk, bij hun vertrek honderd jaar later lieten ze hen achter.
De Nederlanders die het eiland in de zeventiende eeuw koloniseerden, maakten dankbaar gebruik van de ezels en tot de jaren zestig van de vorige eeuw heeft een deel van de ezels een functie gehad als vervoermiddel en voor het transport van zware voorwerpen als blikken met drinkwater. Ezels zijn een belangrijk onderdeel van de lokale cultuur en worden beschouwd als erfgoed.
Tegenwoordig telt Bonaire 19.000 inwoners en zijn er meer dan tienduizend auto’s. De maximumsnelheid is 60 kilometer per uur, het verkeersprobleem van toen is nu vele malen groter. Dit jaar heeft de politie al 18 ongelukken geregistreerd waarbij ezels waren betrokken, vorig jaar 28. De meeste ezels overleven de aanrijdingen niet; vorig jaar reed een motorrijder zelfs een dier doormidden.
Vlak bij het vliegveld ligt het Donkey Sanctuary Bonaire, een 60 hectare groot terrein. De ezelopvang waar de Nederlandse Marina Melis (65) al 22 jaar samen met haar echtgenoot de scepter zwaait. Het is een vrijwilligersorganisatie. De ezels krijgen eten, drinken en medische verzorging.
Er is een zorgweide en er zijn schaduwplekken. Melis ving tot ieders tevredenheid jarenlang gewonde en zieke ezels op, maar sinds een jaar is de opvang het middelpunt van onrust. In 2013 stelden het eilandsbestuur en de Donkey Sanctuary een ‘ezelbeleidsplan’ op met als doel de populatie beheersbaar te maken. ‘Het fokken moet ophouden,’ aldus Melis.
Het plan bestond uit het voorgoed in de opvang onderbrengen van alle merries en veulens, de hengsten zouden worden gevangen, gecastreerd en ver van de bewoonde wereld uitgezet. De bevolking werd gevraagd dieren in hun tuin binnen te laten en Melis te bellen. Die haalde ze dan op.
Boegbeeld
Aanvankelijk was er best animo voor het plan, voor elke gevangen ezel was er een beloning van 20 dollar. Totdat het begon door te dringen dat zonder hengsten de Bonairiaanse ezels waarschijnlijk tot uitsterven zouden gedoemd zijn. Melis bestrijdt dat stellig: ‘Als de populatie beheersbaar is, kan via kunstmatige inseminatie met zaad van buiten worden gefokt. Er moet vers bloed bij, want er is sprake van inteelt.’
De vlam sloeg in de pan. Al Catalfumo (73), een Amerikaan die al 35 jaar op Bonaire woont en werkt, werd het boegbeeld van verzet. Samen met andere bezorgde burgers richtte hij de Bonaire Donkey Protection League op. Ook zij streven naar beperking van de overlast, maar zonder castratie en het scheiden van dieren.
Een discussie tussen voor- en tegenstanders kwam op gang, waarin vooral Marina Melis en mensen die meewerkten aan de uitvoering van het plan, het moesten ontgelden. In een poging een einde te maken aan de ‘opzettelijk grievende en beledigende publieke uitlatingen door diverse personen’ deed Donkey Sanctuary aangifte.
Het Openbaar Ministerie noemde de toon van het debat buitenproportioneel en onfatsoenlijk maar besloot voorlopig geen opsporingsonderzoek in te stellen. Wel werd opgemerkt dat ‘de behandeling van ezels een onderwerp is dat heftige emoties losmaakt en bovendien in verband wordt gebracht met de culturele identiteit van Bonaire’.
De vinger op de zere plek. Bonaire is sinds het een ‘bijzondere gemeente’ van Nederland werd in een snelkookpan van vernederlandsing terechtgekomen. Veel inwoners voelen zich overweldigd door Nederlandse wetten en regels die vaak met weinig oog voor de lokale omstandigheden worden ingevoerd.
Er is een diep gewortelde angst dat autochtone Bonairianen een kleine minderheid worden, dat taal (Papiaments) en Bonairiaanse cultuur worden gemarginaliseerd. Vreemdeling op eigen eiland.
De Europese Nederlanders van de ezelopvang zijn het symbool van Nederlanders ‘die wel even komen vertellen hoe het moet’. ‘Nu de ezels in een reservaat, straks wij ook.’ Een broeierig postkoloniaal decor waarin weinig ruimte voor nuance is.
Om de gemoederen te bedaren, besloot de gezaghebber eind vorig jaar de castratie van de ezelhengsten voor een half jaar stop te zetten.
Overlast
De Partij voor de Dieren stelde Kamervragen over het omstreden ezelbeleid, waarbij staatssecretaris Sharon Dijksma (PvdA) zich achter het eilandsbestuur opstelde. Volgens Dijksma ‘brengen de ezels ernstige schade toe aan de natuur en veroorzaken gevaarlijke verkeerssituaties’.
De Bonaire Donkey Protection League verzekerde zich wereldwijd van de steun van wetenschappers. Een Amerikaanse hoogleraar deed DNA-onderzoek met haren van Bonairiaanse ezels en legde een mogelijk verband tussen de uitgestorven Nubische wilde ezel in Oost-Afrika en de ezels op Bonaire.
De Bonairiaanse exemplaren zouden waarschijnlijk directe afstammelingen zijn. Grote opwinding in de wereld van internationale dierenbeschermers. Als de claim juist is, zouden de Bonairiaanse ezels bescherming genieten op grond van internationale verdragen.
Marina Melis liet ook een DNA-onderzoek uitvoeren in Nederland. De conclusie was dat er niets bijzonders aan de hand is. Bijna alle gedomesticeerde ezels stammen af van de Nubian Wild Ass, dus ook de door de Spanjaarden geïmporteerde ezels. Op meer eilanden in de Caribische regio zijn dezelfde soort ezels te vinden.
Zes weken geleden besloot het eilandsbestuur ook het vangen voorlopig te staken. Er zijn al 200 hengsten gecastreerd, getagd en voorzien van een tetanusinjectie; 80 hengsten zijn nog niet ‘behandeld’.
In de ezelopvang verblijven 600 merries en veulens, 40 merries lopen nog in het wild rond. Volgens gezaghebber Edison Rijna is Bonaire trots op zijn ezels, en is het beslist niet de bedoeling de dieren op termijn uit te roeien. Wel moet er een oplossing komen voor de overlast die ze veroorzaken en daarbij liggen alle opties open.
Elsevier nummer 36, 5 september 2015