Carla Joosten is politiek redacteur en luisterde in Hotel Corona naar een lezing van een wethouder die af wil van de ‘geïnstitutionaliseerde polder’.
De Haagse wethouder Ingrid van Engelshoven (D66) mocht 8 september de lezing houden die is genoemd naar haar voormalige baas: de in 2011 overleden lobbyist Ben Pauw. ‘Ik heb veel van Ben geleerd. Vooral tijdens de gesprekken op vrijdagmiddag op zijn werkkamer met een glaasje jenever, de befaamde nootjes uit de tupperwaredoos en voor Ben uiteraard een sigaar,’ zei Van Engelshoven (49) in Hotel Corona, tegenover het Binnenhof.
Pauw was een polderaar die nog bij de Sociaal Economische Raad (SER) heeft gewerkt. Van Engelshoven gebruikte de lezing om hervorming van de polder te bepleiten. Ze wees op haar ervaring in de ‘wijkpolder’. Bij haar aantreden als wethouder in 2010 trof ze in de 52 Haagse wijken 52 gesubsidieerde wijkorganisaties aan.
Toen ze dit welzijnskasteel wilde afbreken, opponeerden de wijkbaronnen. Nu richt ze zich op actieve burgers buiten het traditionele vergadercircuit: ‘Er is dringend behoefte aan een andere balans tussen mensen en instituties. Liggen in de volkshuisvesting niet meer kansen als corporaties weer meer van mensen worden?’
In het pak genaaid
Haar gehoor was sceptisch. Was de wethouder niet bezig met ‘faciliterend paternalisme’, vroeg D66-senator Thom de Graaf (58). CDA-coryfee Yvonne van Rooy (64) betwijfelde dat het land te besturen valt zonder maatschappelijke organisaties. Oud-
VVD-leider Ed Nijpels (65), SER-lid, vroeg: ‘Hebben jullie je als gemeenten bij de decentralisatie van de zorg niet in het pak laten naaien door het kabinet? Veel taken gekregen met te klein budget.’
Van Engelshoven: ‘In de wereld van big data kom je nergens met de polder. We hebben Nederland onwendbaar georganiseerd. Met de wereldwijde concurrentie gaan we daar nog flink last mee krijgen.’ Ergo: een botsing der generaties.
Elsevier nummer 38, 19 september