Nederland staat er goed voor, maar dat is geen reden om achterover te leunen: ‘De werkloosheid is nog te hoog.’ Koning Willem-Alexander stond ook stil bij de migratiecrisis.
De Koning zei in zijn derde troonrede dat het beter gaat met Nederland dan de afgelopen jaren. ‘Het aantal banen neemt toe, maar nog te veel mensen kunnen geen werk vinden.’
‘Door inzet van ondernemers, werknemers en veel anderen in de samenleving staat Nederland er in sociaaleconomisch opzicht relatief goed voor.’
Dat is positief voor de komende generaties: ‘Het vertrouwen kan terugkeren dat ook toekomstige generaties het beter krijgen.’
Migratie
De Koning stond uitgebreid stil bij de migrantencrisis waar Europa mee te maken heeft. ‘Schrijnende beelden van mensen op drift, leggen een scala aan problemen en persoonlijk leed bloot waarvoor geen snelle en makkelijke oplossingen bestaan.’
Tijdens de troonrede benadrukte de Koning dat de groeiende migrantenstroom ‘geen afwachtende houding‘ duldt. ‘Er is een integrale aanpak nodig die rekening houdt met alle relevante factoren.’
Migratie zal ook belangrijk onderwerp zijn tijdens het voorzitterschap van Nederland van de Europese Unie in de eerste helft van 2016. Tijdens dit voorzitterschap wil Nederland ‘een pragmatische bruggenbouwer’ zijn. Nederland zal blijven streven naar een Europese Unie die beter functioneert en zich richt op de hoofdzaken, zegt de Koning.
Dreiging
Over de dreiging van radicalisering in Nederland, zei de Koning: ‘De dreiging van radicalisering en terroristische aanslagen in Europa zet de samenleving onder druk. Hierdoor komt niet alleen de veiligheid van mensen in het geding, het is ook een voedingsbodem voor onderling wantrouwen en een gevaar voor de sociale cohesie in ons land.’
Het is belangrijk, benadrukt de Koning, dat ‘conflicten in het buitenland een polariserend effect hebben in onze samenleving’.
‘Het is cruciaal dat we ons tegen deze dreiging wapenen. Het kabinet reserveert daarom structureel extra geld om de operationele taak van de veiligheidsdiensten, het verzamelen en analyseren van informatie, en het preventiebeleid te versterken.’