Vrouwen die nu halverwege de dertig zijn, zijn hoger opgeleid dan hun mannelijke leeftijdsgenoten. Vooral onder vrouwen is het opleidingsniveau de afgelopen twintig jaar flink toegenomen.
Uit cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) blijkt maandag dat bijna 43 procent van de vrouwen die halverwege de dertig zijn een hbo- of wo-opleiding heeft. Bij de mannen is dat 38 procent.
Techniek
Vrouwen tussen de 30 en 35 jaar doen vooral studies in de richting van de gezondheidszorg en hebben economische en juridische opleidingen gevolgd.
Het percentage vrouwen dat een technische studie heeft gevolgd, is aanzienlijk kleiner, maar is de afgelopen jaren wel toegenomen. In de jaren vijftig was dit nog maar 3 procent van de vrouwen ten opzichte van 6 procent van de huidige dertigers.
Bij mannen ligt het percentage dat een technische opleiding volgt met ruim 31 procent een stuk hoger. Zij volgen minder vaak opleiding in de richting van de gezondheidszorg en 25 procent heeft gekozen voor een opleiding in de richting economie of recht.
Deeltijd
Ook als we kijken naar het aantal mannen tegenover het aantal vrouwen dat momenteel staat ingeschreven bij een opleiding in het hoger onderwijs, doen vrouwen het goed. In het collegejaar 2014-2015 stonden 359.306 vrouwen ingeschreven, en 341.099 mannen.
Vrouwen nemen ook bijna even vaak als mannen deel aan de arbeidsmarkt, blijkt uit cijfers van het CBS. In het tweede kwartaal van dit jaar waren er ruim 3,8 miljoen werkende vrouwen tegenover 4,5 miljoen werkende mannen.
Maar vrouwen werken wel een stuk vaker in deeltijd: driekwart van de vrouwen tegenover een kwart van de mannen.