Margreet Horselenberg, burgemeester van Lelystad, wil structurele veranderingen zien in de noodopvang van asielzoekers. Zij doelt hiermee vooral op vroegere screening, want op dit moment zouden er veel Albanezen in Nederland verblijven die überhaupt geen kans maken op een verblijfsvergunning.
‘Er zitten veel Albanezen tussen de vluchtelingen in sportcentrum De Koploper,’ zegt Horselenberg in het televisieprogramma Over Flevoland Gesproken. Deze Albanezen zouden geen enkele kans maken op een verblijfsvergunning, maar mogen de asielprocedure in Nederland afwachten.
Procedure
Als een migrant asiel aanvraagt, moet hij eerst naar de Immigratie- en Naturalisatiedienst (IND). Die stuurt hem door naar de centrale opvanglocatie – in principe in Ter Apel, maar door de toename van asielaanvragen zijn andere locaties ook mogelijk. Daar wordt de registratie verzorgd, de identiteit vastgesteld en een tbc-controle gedaan.
Daarna verhuist de migrant naar een nieuwe locatie, waar hij in ‘een periode van rust’ wordt voorbereid op de asielaanvraag. De Algemene Asielprocedure kan worden ingewilligd, geweigerd of meer onderzoek vereisen. Als een van die resultaten binnen is, worden de migranten doorgestuurd naar een asielzoekerscentrum.
Volgens de normale procedure van het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) duurt een asielaanvraag maximaal zestien dagen. Bij weigering mogen migranten nog vier weken in het asielzoekerscentrum blijven om hun vertrek voor te bereiden. Lukt dat niet, mogen zij twaalf weken extra in Nederland verblijven. Dat betekent dat asielzoekers zonder kans op een verblijfsvergunning 118 dagen in Nederland kunnen wonen.
Europese migranten
Toen Duitse bondskanselier Angela Merkel meedeelde tijdelijke verblijfsvergunningen te geven aan Syrische asielzoekers, vertrokken veel migranten naar Duitsland met een Syrisch paspoort. Vervolgens werd in Duitsland gemeld dat veel Albanezen kansloze asielaanvragen indienden. De Albanezen wilden daarmee een statement maken, omdat de omstandigheden in hun land ook heel slecht zijn.
Volgens de feiten en cijfers die het COA presenteert, was op 28 september 46 procent van de asielzoekers afkomstig uit Syrië. Daaraan moet worden toegevoegd dat niet alle vluchtelingen zijn geregistreerd en dat het zeer eenvoudig is om aan een Syrisch paspoort te komen. Na de Syriërs was de grootste groep ‘overig’, waartoe de asielzoekers uit Syrië, Irak en Afghanistan niet behoren. De kans is groot dat het hier om Europese migranten gaat.