De commissie-Oosting heeft woensdag keihard geoordeeld over de miljoenendeal die toenmalig officier van justitie Fred Teeven in 2000 sloot met drugscrimineel Cees H. Volgens de commissie had de deal helemaal niet gesloten mogen worden.
De afspraak, om Cees H. 4,7 miljoen gulden en strafvermindering aan te bieden in ruil voor informatie van H. die kon worden gebruikt bij grote strafzaken, ‘kan de toets van kritiek niet doorstaan’ en had nooit gesloten mogen worden, stelt oud-ombudsman Martin Oosting.
Onevenwichtig
Het was voor de staat ‘geen evenwichtige overeenkomst’, aldus Oosting. Cees H. betaalde 750.000 gulden om 4,7 miljoen gulden van een bevroren Luxemburgse rekening te krijgen.
Het bedrag dat Cees H. betaalde was erg laag, aldus de commissie. Teeven liet bovendien zowel de top van het OM als de belastingdienst volledig in het duister bij de deal.
Reconstructie
De commissie, die de taak kreeg een reconstructie te maken van de Teevendeal, werd opgericht nadat minister van Veiligheid en Justitie Ivo Opstelten (VVD) en staatssecretaris Fred Teeven (VVD) begin dit jaar opstapten.
De twee politici zijn niet goed omgegaan met de kwestie toen die in 2014 en 2015 opnieuw opkwam, concludeert de commissie. Nieuwsuur meldde destijds dat bij de deal veel meer geld was gemoeid dan voorheen gedacht.
Zoektocht naar ‘het bonnetje’
Opstelten hield lange tijd vol dat de deal de staat 1,2 miljoen gulden had gekost, maar hij moest uiteindelijk toegeven dat dit bijna vier keer zoveel was. Het bonnetje, dat er hoegenaamd niet zou zijn, werd namelijk toch gevonden. Het toont aan dat Opstelten geen controle had over zijn ambtenaren, stelt Oosting.
Zowel Teeven als premier Mark Rutte heeft altijd gezegd dat er niets mis was met de deal. De commissie-Oosting schetst nu dus een heel ander beeld. Woensdag reageerde Teeven met de woorden dat hij destijds enkel diende vanuit ‘het publieke belang’.