Asscher: maak beter gebruik van kennis van asielzoekers

Minister Lodewijk Asscher (Sociale Zaken, PvdA) ziet grote mogelijkheden in de aanhoudende asielstroom. Hij wil dat Nederland volop gebruik gaat maken van de kennis die asielzoekers meenemen vanuit hun eigen land.

Veel asielzoekers die ons land binnenkomen hebben volgens Asscher ‘een grote ondernemingsgeest’. ‘Daar moeten we in Nederland gebruik van gaan maken,’ zei de minister in de talkshow Jinek.

Capaciteiten

Al bij binnenkomst moet worden gekeken naar de capaciteiten van asielzoekers. ‘Als je weet wat iemand kan en er zijn vacatures – bijvoorbeeld in de techniek – zorg er dan voor dat ze naar gemeentes worden gestuurd waar die vacatures openstaan,’ aldus Asscher. In Amsterdam en Eindhoven zijn al proeven gestart waar op deze manier wordt gewerkt.

In 2015 kwamen meer dan 52.000 asielzoekers Nederland binnen. In navolging van het Centraal Orgaan opvang asielzoekers (COA) zegt Asscher te geloven dat eenderde van de migranten laagopgeleid is, eenderde middelopgeleid en eenderde hoogopgeleid. Dat de diploma’s van asielzoekers in Nederland vaak weinig waard blijken, noemt Asscher ‘een belangrijke belemmering’ waaraan moet worden gewerkt.

Mede daardoor denkt Asscher dat het ‘niet reëel is dat ze allemaal aan het werk komen’. Toch is hij optimistisch dat veel migranten ‘snel aan de bak komen, omdat er tegelijkertijd heel veel vacatures zijn.’

Slecht voorbeeld

De situatie waarin veel eerder aangekomen asielzoekers zich bevinden, schetst geen positief beeld. Uit een rapport van het Sociaal en Cultureel Planbureau kwam naar voren dat slechts 35 procent van de asielzoekers die tussen 1995 en 1999 een vergunning kregen, nu een baan heeft. Ook ligt het criminaliteitspercentage onder asielzoekers drie keer zo hoog als onder de Nederlandse bevolking.

Volgens de minister zijn die cijfers deels te wijten aan slechte integratie van deze groep migranten. Bovendien werd er veelvuldig van uitgegaan dat een groot deel van de asielzoekers weer zou vertrekken, wat vaak niet gebeurde.