Hopelijk leren onze overheden van het fiasco rond ‘jihaddeskundige’ Montasser AlDe’emeh. Goede inlichtingendiensten zijn nuttiger dan kansarme, subsidies verslindende deradicaliseringsprojecten.
Kort na de moord op Theo van Gogh, in 2004, gingen allerlei deradicaliseringsprojecten van start. De hoop was dat radicale moslims zouden normaliseren. Er werden hiertoe zelfs bedrijven opgericht, en sommige wethouders vroegen de overheid subsidies voor de deradicaliseringsprojecten in hun gemeentes.
In haar artikel ‘Waarom het lezen van Plato helpt tegen radicalisering‘ analyseerde Nikki Sterkenburg in weekblad Elsevier het nut van projecten tegen de radicalisering van sommige moslims.
Volgens Sterkenburg besteedde Nederland in de periode 2005-2011 ruim 28 miljoen euro aan projecten die de radicalisering moesten bestrijden. De conclusie moge duidelijk zijn: het heeft niet geholpen.
Intensiteit
De wereldwijde groei van het jihadisme is niet zomaar te stoppen met allerlei projecten. Als dit mogelijk zou zijn, hadden islamitische landen zelf het probleem van het jihadisme al opgelost. De aanslag in Jakarta van donderdag bewijst de intensiteit van het jihadisme ver buiten Noord-Afrika en het Midden-Oosten.
De Indonesische regering was reeds in december gewaarschuwd door de federale politie van Amerika (FBI) voor jihadistische aanslagen. Kennelijk hadden de FBI en andere Amerikaanse diensten betrouwbare informatie over terroristische netwerken in Indonesië. Het lukte de Indonesische regering niet om de aanslag te verhinderen.
Getto
De aanslag in Jakarta toont aan dat sommige moslims duizenden kilometers buiten Syrië kunnen radicaliseren en daar zelfs aansluiting kunnen zoeken bij IS. Deze zorgwekkende ontwikkeling bewijst mijn stelling dat we islamitisch radicalisme niet slechts in economische termen moeten opvatten.
Indonesië is een moslimland en niet bezet door de Verenigde Staten of Israël. En de terroristen leefden ook niet in een getto in een ongelovig land. Niettemin hadden ze geen respect voor de Indonesische wetten en de politieke orde. Jihadisme is een geloof dat op gewelddadige wijze het herstel van de islamitische waarden en normen nastreeft.
Met de deradicaliseringsprojecten kun je de zuivere islam niet bestrijden.
Zak subsidie
Toch wordt in het Westen gezocht naar moslims die met een zak subsidie de radicalisering kunnen tegenhouden. Dat leidt soms tot bizarre toestanden.
Elsevier meldde dat de bekende Belgisch-Palestijnse onderzoeker Montasser AlDe’emeh werd opgepakt in een terreuronderzoek. Hij werd in Sint-Jans-Molenbeek gearresteerd in het kader van een landelijk antiterrorisme-onderzoek.
AlDe’emeh zou terreurverdachten uit de cel hebben gekregen. Het vreemdste aan dit verhaal is dat deze jihaddeskundige een vals getuigschrift liet opstellen over een deradicaliseringstraject.
Goed gedrag
Verschafte hij een getuigschrift aangaande iemands deradicalisering? Het lijkt erop dat er een soort verklaring van goed gedrag voor jihadisten is ontwikkeld. Zelfs als iemand een dergelijke deradicaliseringscursus met succes heeft gevolgd, wil dit niet zeggen dat de persoon in kwestie niet langer jihadist is.
De verdachte was ook onderzoeker (‘buitenpromovendus’) aan de Radboud Universiteit Nijmegen. Hij werd gewoon buitengewoon serieus genomen – zoals alle andere jihaddeskundigen.
Dit is een voorbeeld van de privatisering van de strijd tegen het terrorisme. Private personen die niet voor de overheid werken, verschaffen een soort verklaring van goed gedrag aan jihadisten. Dat is onwenselijk en zelfs gevaarlijk.
Jason W.
Nikki Sterkenburg toont in haar artikel aan dat juist het lezen van filosofische boeken een geestelijke verandering heeft teweeggebracht bij enkele leden van de Hofstadgroep. De Hofstadgroep was een terroristisch netwerk rond Mohammed Bouyeri, de moordenaar van Theo van Gogh.
Zonder subsidie, op eigen kracht in de gevangenis heeft Jason W. zichzelf door een filosofische studie verlost van de zuivere islam.
De zuivere islam, in dit geval in de vorm van het salafisme, is een stelsel van ideeën dat door andere ideeën kan worden verslagen. Dergelijk radicalisme is geen ontsporing door economische armoede, maar door geestelijke armoede.
Oprecht
Sterkere en betere ideeën moeten de plaats van het jihadisme innemen. Wie radicaal is, gelooft oprecht in zijn radicale ideeën. Het Westen moet dat niet bagatelliseren.
Montasser AlDe’emeh, de jihaddeskundige, verdedigde juist het bestaan van salafistische netwerken, en daarmee droeg hij niet bij aan de deradicalisering. Want wanneer salafistische ideeën in iemands hoofd worden geplant, is er een reële kans dat deze persoon kan transformeren tot jihadist.
Het fiasco rond deze zogenaamde jihaddeskundige opent hopelijk de ogen van overheden. Deze man had ook nog een stichting (De Weg Naar) opgericht voor de opvang van de teruggekeerde Syriëgangers.
Natuurlijk verschaffen antiradicaliseringsprogramma’s werkgelegenheid voor de lagere overheden, al is dat zeker niet hun doel.
Oren en ogen
De overheid moet juist meer geld uitgeven voor het uitbreiden van regionale inlichtingendiensten bij de politie. Zonder de regionale inlichtingendiensten blijft de strijd tegen het terrorisme heel moeilijk.
Medewerkers van regionale diensten zijn immers ingebed in de steden en hebben omvangrijke kennis van wijken. Ze vormen de oren en ogen van de AIVD en de politie. De overheid moet meer gaan investeren in de regionale inlichtingendiensten door ze ook verstoringstechnieken te leren.
Investeer dus niet in zinloze deradicaliseringsprojecten, maar in de regionale inlichtingendiensten.