VVD-raadslid Dilan Yesilgöz: ‘Vluchtelingen zijn niet zielig’

'Marco Bakker'

Het Amsterdamse VVD-raadslid Dilan Yesilgöz (38) is van de pittige meningen, ook over ‘Keulen’. Ze waardeert echte vluchtelingen. Die zijn helemaal niet zielig, juist sterk.

Dilan Yesilgöz, VVD-raadslid in Amsterdam, draagt een kort strak rokje en motorlaarzen; ze is niet groot en heeft een meisjesachtige stem. En een enorm temperament. ‘Daar werd ik zó boos over!’ zegt ze een paar keer – zo vaak dat ze er ten slotte zelf om moet lachen. Yesilgöz zit sinds 2014 in de gemeenteraad en heeft openbare orde en veiligheid, en sport in portefeuille.

Ze is niet iemand om mee te spotten: kijk maar hoe ze ruim twee jaar geleden haar bruiloft organiseerde. Dat ging zo gedetailleerd en nauwgezet dat, zoals ze zelf zegt, haar vrienden blij waren toen het allemaal achter de rug was. Als je haar erover hoort praten, is het duidelijk: ze ging all out voor die feestelijke gebeurtenis. En wee je gebeente als je je niet aan haar voorschriften hield.

Woede

Boos werd ze de afgelopen weken over wat er in Keulen gebeurde, waar honderden mannen vrouwen belaagden, aanrandden, beroofden. En niet alleen daarover: ook over de berichtgeving.

Ze schreef als een van de eersten, kort na nieuwjaar, een vlammend betoog over ‘Keulen’ op de website van NRC Handelsblad. ‘Toen was Keulen nog helemaal geen nieuws. Ik was vooral daar boos over. Ik dacht: als ik dit kan volgen op web­logs en de social media, dan kan iedereen dat, en hoezo staat het dan niet op de voorpagina’s en zijn we niet helemaal verontwaardigd over dat nieuws?’

Alsof die belaging van vrouwen door ‘mannen met Arabisch of Noord-Afrikaans uiterlijk’ al niet erg genoeg was, werd de berichtgeving de dagen erna steeds vreemder. Het leek alsof de affaire uit politieke correctheid werd verdoezeld. Want dit waren misschien wel de asielzoekers die door de Duitse overheid zo hartelijk waren ontvangen. En die misdragen zich dan zo?

‘Ik las dat een Duitse minister heeft gezegd: we moeten wel oppassen dat we niet alle vluchtelingen gaan wantrouwen. Dan denk ik: ja, jullie hadden niet moeten liegen. Nu is het draagvlak onderuitgehaald en dat is echt eigen schuld. Een van mijn standpunten vanaf het begin van deze asielcrisis is: als je als overheid niet zorgvuldig bent, dan tast je het draagvlak aan voor de opvang van echte vluchtelingen en ik vind dat daar altijd ruimte voor moet zijn.’

Merkel

Eerst was Yesilgöz onder de indruk van het krachtige standpunt van bondskanselier Angela Merkel. ‘Ik dacht: wauw, een leider, mooi! Alleen, als je zegt: kom allemaal maar en dit lukt ons wel, dan moet je dat ook waarmaken. En al heel vroeg ging de grens weer dicht, kwamen er grenscontroles. Het was niet alleen maar een mooi statement, het had heel veel invloed.

‘In de kampen in Turkije zag je meteen dat alles in beweging kwam. Ik denk dat Merkel niet zag aankomen dat er zoveel mensen zouden aankloppen. Toen ben ik veranderd van mening en dacht: je hebt je gevoel laten spreken, maar je kunt het niet waarmaken. Dan speel je met mensenlevens en dat moet je dus niet doen.’

Als overheid, landelijk of lokaal, moet je geen dingen beloven die je niet kunt waarmaken. Dat geldt ook voor de uitgeprocedeerde asielzoekers die nu al enige tijd in Amsterdam van het ene opvangadres naar het andere zwerven.

‘Op de site van de gemeente staat: bed, bad en brood voor uitgeprocedeerde “vluchtelingen”. Dat zíjn het niet. Het zijn asielzoekers die uitgeprocedeerd zijn. De rechter heeft ze dus niet erkend als vluchteling en dat weglaten, is asociaal. Vluchtelingen­bescherming is bedoeld voor mensen die gevaar lopen, die worden vervolgd, niet terug kunnen naar het eigen land. Het is heel specifiek en dat houdt in dat er ook mensen zijn die daar niet onder vallen. Het is geen immigratiebeleid.

Frustratie

‘We moeten een basis kunnen zijn voor echte vluchtelingen en dan moet je soms ook zeggen: met alle respect, maar dat ben jij dus niet. Het frustreert me heel erg, die terminologie, want er zit een juridische status aan vast. Iemand kan migrant zijn en dat maakt zijn reis en verhaal niet minder legitiem of relevant, maar het is iets anders dan een vluchteling. Daar is ander beleid voor.’

Yesilgöz voert natuurlijk nogal wat discussies over dit onderwerp, uiteraard ook in de gemeenteraad, en als iemand dan tegen haar zegt (wat steevast op een bepaald moment gebeurt): ‘Het zijn toch allemaal mensen’, krijgt ze een rood waas voor ogen. ‘Natuurlijk zijn het allemaal mensen! Dat betwist ik toch niet? Ik zeg toch niet dat het honden zijn? Maar als je iedereen op één hoop gooit, laat je degenen die echt worden vervolgd, in de steek.’

Bovendien: ‘Het is een manier om te laten zien dat je deugt. Mensen praten heel erg vanuit het idee dat ze moeten laten zien dat ze wel deugen. Als je over vluchtelingen praat, en dat ze zo zielig zijn, deug je, dan ben je een goed mens. Ik hoop dat we nu meer naar feiten gaan kijken.’

Ze heeft dus weinig geduld met mensen die vluchtelingen zielig vinden. ‘Daar zijn we hier gek op, op zielige mensen. Ik noem dat goedbedoelde rommel, flauwekul. Je gaat aan zoveel dingen voorbij. Als je hier komt en je bent sterk genoeg om te zeggen: ik verlaat mijn land, mijn huis en haard, ben je niet zielig. Zo iemand is misschien wel sterker dan jij of ik. Ik weet niet of ik dat zou kunnen: alles in de steek laten voor de rechten van mijn buurman.’

Roots

Yesilgöz weet waarover ze het heeft. Haar moeder, die zich in haar geboorteland bezighield met mensenrechten, vluchtte uit Turkije met haar twee kinderen en een plastic zak met spullen. Achter Dilans vader aan, die al eerder via Iran, Irak en Syrië in Nederland was beland. ‘Ik heb het er nooit over in debatten. Ik wil geen ervaringsdeskundige zijn, ik ben woordvoerder veiligheid en ik vind ook niet dat ik meer recht van spreken heb dan een ander. Je moet deskundig zijn op je portefeuille.

‘Ik ben er dus terughoudend over, maar zoals iedereen die zijn achtergrond meeneemt, ben ik er ook trots op. Mijn moeder komt uit een relatief rijke familie, haar ouders hadden goede banen. Er was geen directe aanleiding om actie voor gelijke rechten te voeren tegen het regime.

Ik vind het heel mooi dat ze dat heeft gedaan: echt uit idealisme. Die strijd voor mensenrechten voert ze nog steeds. Mijn ouders zijn heel fel en dat heb ik meegekregen. Die mentaliteit zit er echt ingeramd en is misschien nog meer van invloed geweest dan het verhaal van haar vlucht. Dat is de reden dat ik in de politiek zit.’

Mensenrechten is een onderwerp dat een beetje gekaapt is door links; Yesilgöz is lid van de VVD. Mensenrechten staan bij haar centraal, alleen is ze wel kritisch. Eerst nadenken. Niet meteen je gevoel laten spreken.

‘Over Keulen heb je nu de discussie: komt het door de cultuur, is het dit, of dat? Wat me daarin stoort, is dat het gesprek moet gaan over dat er vrouwen zijn aangerand. Daar blijf je vanaf. Dat is één. Alles wat je daarbij verzint, is voor mij het bagatelliseren van iets wat geen context behoeft. Die jongens uit Arabië mogen niks, hoor je dan. Je zou bijna medelijden met hen krijgen. Maar zo gedraag je je niet. Hier niet en daar niet. Laat de mensen hier komen die echt moeten vluchten, geef ze een ‘vliegende start’, met werk en een huis, laat ze niet jaren in de bijstand zitten, en wek vooral geen valse hoop bij anderen.

‘Ik geloof ook dat echte vluchtelingen dat wel in zich hebben. Mijn ouders zijn vóór ze mochten werken, meteen vrijwilligerswerk gaan doen, meteen de taal gaan leren. Niet omdat het moest, maar ze zeiden: “We moeten de krant kunnen lezen in het land waar we wonen.”’

Hiërarchie

Voor haar is er geen relativering mogelijk van rechten. Daarin bestaat een hiërarchie en de mensenrechten staan bovenaan. ‘Mensenrechten zijn universeel en niet per cultuur onderhandelbaar. We hebben in Nederland een tijd gehad waarin huiselijk geweld binnen bepaalde migrantengroepen door de politie werd gezien als iets cultureels. En daarom was men terughoudend met ingrijpen. Vreselijk. Zelfbeschikking is ieders recht, uit welke cultuur ook.’

Yesilgöz studeerde cultuur, organisatie en management aan de Vrije Universiteit in Amsterdam en werd adviseur van de gemeente, eerst in Amersfoort en later in Amsterdam. Ze vond het heerlijk om ambtenaar te zijn en spreekt met kracht tegen dat die zo lui zijn. ‘Ik maakte weken van 70, 80 uur!’ Maar de politiek trok. Alleen, welke partij?

‘Ik ben bestuurslid van de SP in Amersfoort geweest, heb geschreven voor het jongerenblad van de PvdA, stage gelopen bij GroenLinks. De logische keuzes. Maar bij die linkse partijen was ik vaak degene-die-uit-Turkije-komt. Ik wil het over mijn afkomst hebben als het relevant is, maar ik wil niet dat dat door een ander wordt ingevuld. En daar was mijn afkomst altijd belangrijk. Zo heb ik dat ervaren. Ten slotte voelde ik me meteen thuis bij de VVD.’

Een knappe, welbespraakte, goed opgeleide vrouw van Turks-Koerdische afkomst, die kan het ver schoppen. ‘Ja, ik geloof best dat het zo werkt. Ik ben tegen positieve discriminatie, maar zolang het er is, ga ik niet zeggen: laat maar. Aan de andere kant heb ik eens ergens een cv ingeleverd van vier kantjes en dan wil ik niet dat ze over mijn afkomst beginnen.

Dat valt ook onder goedbedoelde rommel. Wat denk je dat je binnenhaalt? Mijn vriendenkring is een megamix, ik heb geen achterban die ik meebreng of zo. Je kunt alleen zeggen: ik heb een allochtoon binnengehaald. Beledigend.’

Zelf ervaren

In september ging Yesilgöz naar Kos en Bodrum om daar zelf te kijken naar de vluchtelingenstroom. ‘Ik schreef en sprak erover, dus ik moest wel weten hoe het er daar aan toeging. Ik was er maar vijf dagen, maar ik heb bijna alleen maar jonge mannen gezien uit India en Bangladesh. Er waren geen Syrische gezinnen meer.

Een van de ondernemers vertelde dat er ook “vluchtelingen” waren uit de Dominicaanse Republiek. Er is dus echt een migratiestroom op gang gekomen. Als je naar Europa wilde, was dat het moment om het te doen. Ik had het gevoel dat ik naar de nieuwe illegalen van Amsterdam zat te kijken.’

Yesilgöz praat snel, veel. Ze schrikt er niet voor terug haar mening te geven, verbaal of in de krant. Twijfelt ze wel eens? ‘Jazeker. Als ik zo’n opiniestuk schrijf, toets ik het eerst. Mijn moeder leest het, mijn man René. Die zegt dat hij de gemiddelde Nederlander is, en net zo denkt. Hij is hoofd crisisdienst GGD geweest en is nu gedetacheerd op allerlei dossiers die te maken hebben met het raakvlak tussen veiligheid en zorg. Maar zo’n stuk schrijven of een voorstel indienen, blijft eng.’

Ondernemer

Raadslid is geen fulltimebaan, daarom heeft Yesilgöz met een partner BureauDNW opgericht, om advies te geven aan bestuurders in politiek en bedrijfsleven. ‘Dat begint nu te lopen. We bieden wat we bestuurlijk comfort noemen. Hoe moet je een goed team formeren, hoe bereik je je doelen sneller, hoe kun je jezelf goed positioneren? Ik vond mijn werk als adviseur bij de gemeente destijds heel erg leuk en ik geloof ook dat ik er goed in was. Zoiets doe ik nu eigenlijk weer.’

Die bruiloft dus. ‘Ik ben erg van de projecten.’ Ze begon met een groot verlovingsfeest en in de aanloop naar de grote dag werden er tal van kleinere feesten georganiseerd. ‘Ik heb het een beetje groots aangepakt. Ik was wel een bride from hell, geloof ik.

Ik had een draaiboek gemaakt waarin tot op de minuut stond wat iedereen moest doen, met namen en telefoonnummers erbij. Ja, dat is toch logisch. Mijn zusje wees me op een zinnetje waar stond dat er drie minuten waren uitgetrokken voor de wc. Om 14.11 uur. Dat vond ik juist aardig van mezelf.

‘Ik heb de jurk gekocht in New York en de sluier in Turkije. Er was een strenge dresscode waaraan iedereen zich moest houden. Er was een bruidstaart en een groom’s cake in de vorm van een gordeldier. Dat vond de bakker nog best moeilijk.

Ik denk dat veel vrienden blij waren dat ik eindelijk getrouwd was, want het beheerste hun leven ook heel erg. Mijn man had er niet zoveel over te zeggen: die moest op tijd zijn. Ik was wel een beetje… sturend. Ik ben niet van de school van: als mensen het maar naar hun zin hebben. Als ík het maar naar mijn zin heb: het is míjn bruiloft. Ik wil nu al een jubileumfeestje geven. Maar dat mag pas na vijf jaar.’

Yesilgöz werkte als wetenschappelijk medewerker bij de gemeente Amersfoort van 2004 tot 2006, was tot 2014 adviseur van B&W in Amsterdam en is sindsdien gemeenteraadslid VVD.

Elsevier nummer 3, 23 januari 2016