De acht van Eindhoven moeten niet zeuren over privacy. Ze hadden zich moeten gedragen.
Dankzij het vertonen van hun camerabeelden op televisie en internet zitten acht jongemannen die betrokken waren bij een ernstige mishandeling in Eindhoven vast.
Hun advocaten beklagen zich over schending van de privacy. Dat mag zo zijn, maar het is mooi dat de daders – in juridische taal nog steeds verdachten – zijn opgepakt en voor de rechter worden gebracht.
Privacy mag geen schuilplaats zijn voor misdaad, zei de Amsterdamse ex-korpschef Bernard Welten ooit treffend.
Schokkend
De beelden zijn schokkend. Onder het oog van de camera sloegen en schopten de acht vrijdag 4 januari zonder duidelijke aanleiding een 22-jarige man bewusteloos.
Pas na tweeënhalve week waren de beelden te zien bij Omroep Brabant. Website GeenStijl vertoonde de daders vervolgens zonder balkjes en noemde hun namen. Daarna meldden drie van hen zich bij de politie en konden ook de anderen worden opgepakt.
Politieagentje
Advocaat Gerard Spong zei bij Pauw & Witteman dat GeenStijl geen politieagentje moet spelen. Strikt genomen heeft hij gelijk. Het staat de daders vrij de site voor de rechter te dagen, maar dat maakt ze niet minder schuldig.
Veel belangrijker is de vraag of het niet veel te lang duurt voor dergelijke beelden worden vrijgegeven. Door strenge regels binnen Justitie en lange wachtlijsten bij het ‘eigen’ tv-programma Opsporing Verzochtduurt het soms maanden voor de hulp van het publiek wordt ingeroepen. Alleen in zeer ernstige zaken gaat het sneller. Dat is zonde van de tijd en leidt tot minder succes in de opsporing.
Herkenbaar
Het wangedrag van de acht jongens in Eindhoven was onomstotelijk en op de beelden waren ze goed herkenbaar.
De rol van GeenStijl verdient misschien geen schoonheidsprijs, maar dan hadden de acht van Eindhoven zich maar moeten gedragen.