De onbegrijpelijk lage strafeis tegen de Bulgaarse wegpiraat die Donnie Rog doodreed, roept vragen op over het rechtsgevoel van het Openbaar Ministerie. Goed dat jusitie haar fout erkent, maar reden tot zorg is er wel.
Het is dapper dat het Openbaar Ministerie (OM) zijn falen erkent in de zaak tegen de man die de 13-jarige Donnie Rog vorig jaar juli in Den Haag doodreed. De eis tegen de 21-jarige Bulgaarse wegpiraat Milen Y. – 240 uur werkstraf en vier maanden voorwaardelijke celstraf – was onbegrijpelijk laag.
Vervolgens verdedigde plaatsvervangend hoofdofficier Kitty Nooy die eis op televisie, nog voor de uitspraak.
Maatschappelijke antenne
In het programma EenVandaag zei Nooy: ‘We hebben echt tot achter de komma uitgezocht wat er is gebeurd. De feiten en omstandigheden zijn tot op het bot geanalyseerd.’
De lage eis viel slecht – niet alleen bij de nabestaanden – en roept vragen op over de maatschappelijke antenne van het OM. En hoe is het gesteld met het juridisch inzicht? De rechter zag wel degelijk mogelijkheden voor een hoge straf: zeven maanden onvoorwaardelijk.
Zware taak
Het OM moet bij elke eis rekening houden met vergelijkbare zaken. Maar richtlijnen zijn geen oekazes. In deze zaak besefte de eerste de beste leek dat ook het gedrag van de wegpiraat voor en na het ongeval moest worden meegewogen.
Hopelijk is deze misser een incident en heeft het OM zijn lesje geleerd. Toch is er reden voor zorg. Nooy is verantwoordelijk voor de aansturing van officieren en parketsecretarissen. Een zware taak, maar Nooy loopt al langer mee.
Juist van een ervaren kracht mag de burger een feilloos rechtsgevoel verwachten. Dat was in deze zaak ver te zoeken.