Herdenk op 4 mei alleen de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog

Een aantal organisaties wil dat de Dodenherdenking op 4 mei tot de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog wordt beperkt. Dat voorstel verdient volle steun.

Elk jaar valt op 4 mei om acht uur in de avond een grote stilte over ons land. Nederland staat dan twee minuten stil bij hen die vielen in de Tweede Wereldoorlog op het grondgebied hier en het toenmalige Nederlands- Indië.

Missies

Althans, zo ging het in de eerste jaren na de oorlog, maar sinds de jaren zeventig worden op initiatief van het Nationaal Comité Herdenking 4 en 5 mei ook landgenoten herdacht die bijvoorbeeld omkwamen bij vredesmissies van de Verenigde Naties en in Afghanistan.

Vooral bij oudere Nederlanders heeft tegen dit ‘aanlengen van de herdenking’ altijd veel bezwaar bestaan. Als een Nederlandse blauwhelm door een verdwaalde kogel tussen de ceders van de Libanon dodelijk getroffen wordt, is dat zeker tragisch, maar op transport gesteld te worden naar Westerbork en vandaar de vernietiging in, is toch van een andere orde.

De blauwhelmen vertrekken uit een democratisch land en keren daar ook naar terug.

Verbreding

Een aantal Joodse organisaties, de Raad van Kerken en het Contactorgaan Moslims en Overheid, pleitten er donderdag in het tv-programma Nieuwsuur voor om het herdenken weer tot de slachtoffers van de Tweede Wereldoorlog te beperken.

Dat voorstel verdient de volle steun. Het Comité heeft ‘de verbreding’ steeds verdedigd met het argument dat de jongere generaties er zo ook bij worden betrokken. Maar de herdenking is niet zoiets als de opvoering van de Gijsbrecht van Amstel waar Vondels tekst wat wordt opgeleukt zodat het jonge volkje ook iets van de voorstelling meeneemt.

Het Comité zit trouwens ook niet stil. Het belegt binnenkort vier openbare bijeenkomsten in Utrecht over deze materie en komt dan in de herfst met een concept-advies aan de regering.

Nederlandser kan het niet, maar of het Comité daarmee het pleit in zijn voordeel kan beslechten blijft de vraag en valt niet te hopen.