Het is goed dat de overheid in actie komt tegen radicalisering, maar mag het alsjeblieft iets doordachter?
Minister Ivo Opstelten (VVD) van Veiligheid en Justitie maakte vorige week bekend dat de politie er een speciaal jihadteam bij krijgt. Een landelijke club van rechercheurs gaat zich richten op het bestrijden van moslimradicalen.
Wat die groep moet toevoegen aan wat nu al gedaan wordt – namelijk dat de AIVD aspirant-jihadisten nauwlettend in de gaten houdt en het Openbaar Ministerie ingrijpt wanneer strafbare feiten worden gepleegd of voorbereid – is onbekend.
Jongerenwerkers
Het is in ieder geval te hopen dat het speciale jihadteam beter wordt voorbereid op haar taak dan die 5.000 jongerenwerkers en agenten die door de overheid speciaal zijn getraind in de strijd tegen radicalisering.
Leidse onderzoekers van het Centre for Terrorism and Counterterrorism melden dat professionals vaak ten onrechte letten op de aanwezigheid en lengte van iemands baard, terwijl dat lang niet altijd een teken van radicalisering is.
Je ziet het bijna voor je: een door tl-buizen slecht verlicht klaslokaal vol agenten en jongerenwerkers, en een docent met een Powerpoint-presentatie. ‘Welkom bij de cursus “Hoe herken je een jihadist?” We beginnen bij hoofdstuk 1: de baard…’
Eenduidig
Als het probleem van Europese jihadstrijders een punt heeft aangetoond, dan is het wel dat er geen eenduidig profiel is op te stellen van ‘de jihadist’. Bovendien radicaliseren de meeste jongeren buiten het zicht.
Sommige jongens toonden voorbeeldig gedrag, hadden geen strafblad en vertrokken van de ene op andere dag – zonder hun baard te laten staan of meer tijd door te brengen in de moskee.
Simplistische visie
Ook minister Lodewijk Asscher (PvdA) van Sociale Zaken houdt er wat dat betreft een simplistische visie op na. Die maakte onlangs bekend ‘sleutelfiguren in de moslimwereld’ te willen trainen om te voorkomen dat jongeren radicaliseren.
Radicale jongeren worden onder overheidsdruk al uit moskeeën geweerd en radicaliseren zichzelf via internet. En nu moeten professionals en sleutelfiguren na dure gesubsidieerde trainingen proberen weer met die jongeren in gesprek te komen – over zwabberend beleid gesproken.
Tijd om eerst eens te onderzoeken welke gronden aan radicale keuzes ten grondslag liggen, en de uitkomsten van eerdere anti-radicaliseringsprojecten te evalueren.