Corruptie komt vooral voor in mediterrane landen en op de Antillen, denken velen. Maar Nederlanders kunnen er ook wat van.
Als het in Nederland over corruptie gaat, gaat het altijd over corruptie elders. Over Italië, Griekenland, Spanje.
En natuurlijk over de Nederlandse Antillen. Maar nooit over Nederland en de Nederlanders zelf. Die zijn goudeerlijk.
Van Oldenbarnevelt
Nou, vergeet het maar. Al in de veelbejubelde Republiek der Zeven Verenigde Nederlanden (1588-1795) waren zo’n beetje alle overheidsfunctionarissen corrupt. Zelfs de altijd zo geprezen raadpensionaris Johan van Oldenbarnevelt liet zich graag grof betalen, ook door vreemde mogendheden.
Dat dit destijds nu eenmaal gewoon was, is onzin. De Zeeuwse raadpensionaris Laurens Pieter van de Spiegel (1737-1800) stond bekend als het toonbeeld van integriteit. In zijn memoires Nadenking meldt hij dan ook enigszins trots dat zijn fortuin tijdens zijn ambtsperiode niet is gegroeid.
Geen haar beter
Dat Nederlanders geen haar beter zijn dan andere Europeanen, weten ze ook bij de Europese Rekenkamer in Luxemburg en bij het Europese Bureau voor fraudebestrijding OLAF. En eigenlijk kan iedereen het weten die een beetje het nieuws volgt. Een paar jaar geleden waren het de vastgoedaffaires en afgelopen week haalden de ICT-sector en sjoemelende ambtenaren bij het ministerie van Defensie en de politie het nieuws.
Maar ondanks deze talloze voorbeelden blijven Nederlanders wijzen naar Zuid-Europa en de Antillen. Zo roept de Tweede Kamer ach en wee over Sint- Maarten. Den Haag wil de corruptie daar ‘keihard’ aanpakken, terwijl dat landje net op eigen benen staat en zelf al doende was de corruptie aan te pakken.
Zolang Nederlanders maar naar anderen kunnen wijzen, kunnen zij zich blijven wentelen in de zelfgenoegzame mantra: Corrupt? Dat zijn de anderen.