Ahmed Aboutaleb heeft een realistischer kijk op de strijd tegen moslimterrorisme dan Piet Hein Donner. De vergelijkingen die de vicepresident van de Raad van State maakt, gaan mank.
We leven in de geschiedenis. Daarom worden vaak historische vergelijkingen gebruikt om de hedendaagse problemen aan te duiden. Deze methode kan, mits op de juiste manier ingezet, een kader bieden voor het begrijpen van gebeurtenissen.
Daarbij moet eerst worden onderzocht of de zaken die met elkaar worden vergeleken, vergelijkbaar zijn. Daar gaat het vaak mis. Gebeurtenissen zijn niet zo maar vergelijkbaar met elkaar.
Reflecteren
De vicepresident van de Raad van State, Piet Hein Donner, hield een boeiende toespraak bij het jaarcongres van de Koninklijke Bond van Oranjeverenigingen. Daar was ook koning Willem-Alexander aanwezig.
Donner is een reflectieve man. Daarom trachtte hij te reflecteren over de oorlog tegen het islamitische terrorisme. Tijdens Donners ministerschap werd Theo van Gogh vermoord.
Elf dagen na de moord op Van Gogh verklaarde Donner dat de godslasteringsbepaling uit het Wetboek van Strafrecht actiever moest worden toegepast, om te voorkomen dat de mensen zich op hun ziel getrapt voelen. Dat leidde tot enorme verontwaardiging.
Pijlen
Donner richtte zijn pijlen op de bedreigden – de opiniemakers die door het islamitische terrorisme werden bedreigd – terwijl Mohammed Bouyeri elf dagen eerder Theo van Gogh had afgeslacht.
Donner dacht dat als opiniemakers niet langer de islam kritiseren, de terreurdreiging in Nederland zou afnemen.
Intussen begrijpt iedereen dat de Grondwet met daarin het recht op vrijheid van meningsuiting niet onderhandelbaar is. Ook heeft Donner door de jaren heen geleerd dat het islamitische terrorisme diepere oorzaken heeft.
Afstand nemen
Als vicepresident van de Raad van State analyseert Donner opnieuw het islamitische terrorisme: ‘Vraag de moslim niet om afstand te nemen van ISIS.’
Aan wie vraagt Donner dit? Uit het volgende citaat blijkt dat hij zich tot de Rotterdamse burgemeester Ahmed Aboutaleb richt: ‘Het is goed bedoeld maar toch verkeerd om moslims, collectief en individueel, te vragen afstand te nemen van het geweld van geloofsgenoten in Syrië en Irak.’
Donner onderbouwt zijn stelling met een historische vergelijking. De eenheid in de samenleving wordt volgens Donner bedreigd door het ‘gif van de haat en de achterdocht die het geweld van terreurbeweging Islamitische Staat in de wereld oproept. Maar moslims in Nederland vragen daar afstand van te nemen, impliceert dat we ze ervan verdenken dat zij óók zo zijn. Katholieken en protestanten werden tijdens de gewelddadigheden in Noord-Ierland ook niet opgeroepen zich daarvan te distantiëren’.
Onjuiste vergelijking
Nu rijst de vraag of de vergelijking tussen de politieke islam, als onderliggende ideologie van het islamitische terrorisme, met het conflict in Noord-Ierland tussen de protestante en katholieke Noord-Ieren, wel klopt.
Er lag geen serieuze, door religie of een ideologie geïnspireerde wereldbeschouwing ten grondslag aan de burgeroorlog in Noord-Ierland. De katholieke kerk, de organisatie van de katholieken, heeft zich niet geschaard achter de terreurbeweging IRA. Evenmin hebben de protestanten zich wereldwijd achter de protestantse terreurbeweging geschaard. Donner bedient zich dus van een onjuiste vergelijking.
Symboliek
De Ierse burgeroorlog was een lokaal conflict met historische wortels. Bovendien was het conflict vooral gericht op de heerschappij van Groot-Brittannië over Noord-Ierland.
Ondanks alle religieuze symboliek in Noord-Ierland was de burgeroorlog niets anders dan een etnisch conflict waarbij de etnische groepen zich langs hun natuurlijke religieuze identiteit hadden gegroepeerd.
Wat wordt hier bedoeld met het woordje ‘natuurlijke’? Er woonden daar geboren protestanten en geboren katholieken. Ze presenteerden zich niet als katholiek of protestant op basis van een wereldbeschouwelijk vaststaand ideologisch systeem. Katholicisme en protestantisme vormden daar niet de ideologische maar de natuurlijke ankerpunten voor de identificatie van de strijdende partijen.
Machtsverdeling
Regionale conflicten eindigen uiteindelijk met onderhandelingen, omdat dit soort conflicten niet op wereldbeschouwelijke ideeën maar op concrete aanspraken op macht is gebaseerd. Het gaat immers om pure machtsverdeling. Wordt de macht op aanvaardbare wijze verdeeld, dan verdampt het probleem langzamerhand in de geschiedenis.
Het terrorisme van de IRA en hun tegenstanders was regionaal en niet universeel. Ze wilden niet de wereld veroveren. Ze wilden evenmin de mensheid laten bekeren tot een nieuwe religie. Ook waren ze niet van plan om elders genocide te plegen op andere volkeren.
Dat is inderdaad anders met de politieke islam en het daaruit voortvloeiende islamitische terrorisme: de wereld is voor hen een strijdarena. De islamitische terroristen kunnen derhalve overal uit de moslimgemeenschappen gaan rekruteren. Ik heb voor Piet Hein Donner slechts één advies: lees mijn essay in Juist.
Gif van haat en geweld
Inderdaad verspreiden de jihadisten het gif van haat en geweld. Burgemeester Aboutaleb benadrukte dat de meeste moslims niets hebben met IS. Maar het zou volgens Aboutaleb een duidelijk signaal zijn aan IS en de rest van de wereld als de zwijgende meerderheid van moslims luid en duidelijk zegt: ‘Niet in mijn naam.’
Aboutaleb is een echte terrorismebestrijder die de meerderheid wil organiseren om daarmee de gewelddadige minderheid te omsingelen en te isoleren. Door de zwijgende meerderheid van moslims te verbinden met de rest van de samenleving probeert Aboutaleb de maatschappelijke cohesie te versterken in de strijd tegen IS.
De burgemeester van Rotterdam verdient onze steun en respect in zijn strijd tegen het islamitische terrorisme.