Subsidieclubs opgelet: nooit een cent overheidsgeld kregen de vrijwilligers van de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij (KNRM). Helemaal op eigen kracht verrichten de redders dapper en levensreddend werk.
Organisaties die gratis geld krijgen van de overheid, zijn vaak ook de grootste klagers. Bij het minste of geringste staan de medewerkers op het Malieveld om voor behoud of verhoging van subsidie te pleiten.
Hoe bescheiden daarentegen zijn clubjes die hun eigen broek ophouden.
Redders
Zo’n ‘clubje’ is bijvoorbeeld de Koninklijke Nederlandse Redding Maatschappij, veelal afgekort tot KNRM. Zonder een cent belastinggeld schieten de vrijwilligers van de KNRM schepen en mensen te hulp die voor de Nederlandse kust en op het IJsselmeer in problemen zijn gekomen.
Vorig jaar kwam de KNRM 1.997 keer in actie, gemiddeld dus ruim 5 keer per dag. Bij al die acties zijn in totaal 3.338 mannen, vrouwen en kinderen gered, die veilig en kosteloos aan land zijn gezet.
Gevaarlijk
De 1.300 vrijwilligers van de KNRM doen het werk geheel belangeloos en soms met gevaar voor eigen leven. Sinds de reddingsmaatschappij is opgericht, zijn al 69 redders om het leven gekomen.
Van een zeevarende natie als Nederland zou je verwachten dat de overheid al lang geleden deze taak – het redden van schepen en hun bemanning – ter hand had genomen. Maar niets is minder waar. In 1824 – dit jaar 190 jaar geleden – hebben particulieren de reddingsmaatschappij opgericht en tot de dag van vandaag is ze nog steeds een particuliere organisatie.
De KNRM, die ongeveer vijftig mensen in dienst heeft, onder wie tien schippers, leeft van donaties, legaten en af en toe een schenking van mensen die door dappere redders uit het water zijn gevist. De KNRM is een mooi voorbeeld hoe het ook kan, zonder geld van de overheid of klagen op het Malieveld.