Het lot van het kabinet-Rutte II en de rol van de PVV zijn thema’s bij debatten in de aanloop naar de Provinciale Statenverkiezingen. Onterecht. Het zou vooral moeten gaan over de belastingen die provincies onterecht opstrijken.
Hoera, we gaan weer naar de stembus! Maar waarvoor eigenlijk?
Er bestaat een politieke bundeling van minstens drie groepen. De eerste groep stemt anti-Wilders en wil voorkomen dat de PVV ooit kan regeren. De tweede groep stemt pro-Wilders. Deze kiezers stemmen op de PVV en stemmen alle anderen weg om een duidelijke reden: de PVV moet regeren.
De derde groep bestaat uit mensen die de tegenstelling tussen pro-Wilders en anti-Wilders willen gebruiken om hun eigen partij te presenteren als een redelijk alternatief, in plaats van de ‘verschrikkelijke polarisatie’ te helpen.
Redelijke mensen
De ‘redelijke’ mensen in de politiek zijn niet altijd ook de eerlijke mensen. Niet zelden zijn het opportunisten die geregeld een andere agenda nastreven dan hun openbare agenda.
Redelijkheid is een onmisbaar beginsel in de politiek en de politieke verhoudingen. Deze vorm van redelijkheid leren we niet uit boeken geschreven door redelijke mensen. Het is geen theoretische aangelegenheid.
Het gaat om praktische redelijkheid. Politieke redelijkheid is een combinatie van gedeelde rationaliteit en individuele wijsheid. Wat redelijk is, wordt in het politieke krachtenveld door velen gezamenlijk bepaald.
De politieke redelijkheid is tenslotte niet eeuwig: ze is afhankelijk van feiten en omstandigheden.
Hoofdprijs
Laten we bij het begin beginnen: waarvoor gaan we op 18 maart naar de stembus? We kunnen (naast de Waterschapsverkiezingen) in feite twee stemmen uitbrengen: een stem voor de samenstelling van de leden van de Provinciale Staten en een indirecte stem voor de samenstelling van de Eerste Kamer.
De eerdergenoemde groepen – anti-Wilders, pro-Wilders en ‘de redelijken’ – worden niet echt gedreven door de samenstelling van de Provinciale Staten. Ze denken slechts aan de hoofdprijs: de Eerste Kamer.
Naar huis
De verkiezingen draaien voornamelijk om de vraag of de zittende regering naar huis moet worden gestuurd. Daar word ik moedeloos van: waarom gaan we dan later weer stemmen voor de samenstelling van de Tweede Kamer?
Daarnaast is zeer de vraag of de samenstelling van de Tweede Kamer na de volgende Kamerverkiezingen overeen zou komen met de samenstelling van de Eerste Kamer. Er is hier sprake van een vicieuze cirkel van machtsverlies in het systeem.
Daar wordt niemand gelukkig van. Het weglekken van macht in ons grondwettelijk systeem wordt met de dag problematischer.
Tweede rang
We worden niet erg enthousiast gemaakt voor deze verkiezingen. En dat heeft niet alleen met de bovenstaande analyse te maken, maar ook met het feit dat deze verkiezingen niet om concrete belangen gaan.
De wetgeving gebeurt in de Tweede Kamer. En de leden van de Eerste Kamer worden indirect gekozen, hetgeen ze politici op de tweede rang maakt. De provinciale kandidaten moeten juist concrete punten aan de orde stellen die ze ook daadwerkelijk kunnen uitvoeren.
En deze punten komen uit de provincies.
Wegenbelasting
Actualiteitenprogramma Nieuwsuur had een zeer interessante reportage over provinciale belastingen. Dat is een concreet punt dat ook binnen de machtssfeer van deze verkiezingen valt.
Uit de rapportage blijkt dat een substantieel deel van de wegenbelasting in de schatkist van de Provinciale Staten terechtkomt. De meeste ondervraagde burgers hadden geen idee dat hun wegenbelasting ook naar de Provincie gaat.
En het is nog veel erger dan u denkt. Het deel van de wegenbelasting dat naar de provincies gaat, wordt niet geïnvesteerd in de kwaliteit van de wegen. Het is gewoon extra inkomen voor de provincies, ruim 1 miljard euro per jaar.
Bizar
De meeste provincies zetten de opbrengst van wegenbelasting op hun spaarrekening, wat op zichzelf een bizarre activiteit is. De provincies hebben immers gaan wezenlijke betekenis in ons politieke systeem.
Tot voor kort wilde het kabinet ze halveren. Het lukte helaas niet. Ook wordt de opbrengst van het belastinggeld gedeeltelijk gebruikt voor het bevorderen van de economie in de provincies.
Provincies hanteren uiteenlopende tarieven voor hun aandeel in de wegenbelasting. Maastricht hanteert het laagste tarief, omdat ze daar door de mobiliteit goedkoper te maken bedrijvigheid willen bevorderen. Het vestigingsklimaat moet beter. En dat is slim: niet de provincies, maar de burgers moeten de economie op gang brengen.
Hamstergedrag
De lage overheden vertonen soms hamstergedrag. Ze willen veel geld en ze willen dat ook nog vooral opzij zetten. CDA, VVD, PVV en D66 moeten de opheffing van dit soort type belastingen bepleiten.
Er zijn politici die beweren dat ze het belastingsysteem willen hervormen. Fijn, maar begin met het opheffen van wegenbelasting ten behoeve van de Provincies.
Met vage woorden over veiligheid, economie en immigratie weten de politici ons niet enthousiast maken voor de aanstaande verkiezingen.