Hoe Mark Rutte al pokerend het coalitiestelsel herschrijft

'René van Asselt'

Wie wil er niet meedoen aan Mark Ruttes ‘herstel van Nederland’? De VVD-premier herschrijft weer eens het coalitiestelsel. Voor hem is het extra aantrekkelijk om de kabinetsperiode netjes af te maken en pas in 2017 naar de kiezer te hoeven.

Bijna ongemerkt is de Nederlandse politiek een nieuwe fase ingegaan, een van een vrijwel ongekende soort. Het tweede kabinet-Rutte heeft geen agenda meer, want het Regeerakkoord uit 2012 is op een haar na uitgevoerd. Maar de coalitie van VVD en PvdA wil, als het even kan, wel de kabinetsperiode uitzitten, tot de geplande Tweede Kamerverkiezingen van maart 2017.

Voor de komende twee jaar hebben VVD en PvdA geen gezamenlijke plannen van enig belang meer, afgezien van de vage notie dat, zoals Rutte zegt, moet worden doorgegaan met het ‘herstel van Nederland’.

Hoe dat moet, is minder duidelijk. Het enige plan dat er ligt, is vrijwel leeg; het enige wat eigenlijk vaststaat, is dat het moet leiden tot vereenvoudiging van het belastingstelsel en ook tot meer banen. Voor de rest zijn VVD en PvdA het onderling goeddeels oneens.

Achterkamers

Het kabinet had een jaar geleden al met een nieuw belastingstelsel zullen komen, maar toen dat er na vorig jaar zomer eindelijk kwam, bleek het geen voorstel maar een overzicht van diverse mogelijkheden.

Rutte beloofde vervolgens voor komende zomer alsnog met een echt plan te komen, maar vorige week liet hij weten dat hij nu eerder in de richting van Prinsjesdag denkt. Hij blijft de grote belastingherziening doorschuiven.

Daar blijft het niet bij. Het kabinet komt weliswaar niet zelf met een plan, maar gaat daarover wel in de achterkamers te rade bij de Tweede Kamer, althans bij wat Rutte ‘de verstandige politieke bewegingen’ in de Tweede Kamer noemt. Hij laat de namen vallen van CDA en D66, maar ook van GroenLinks, verrassend genoeg zelfs van de SP, plus ‘andere partijen buiten de coalitie’.

Normaliter komt een kabinet met een wetsvoorstel, legt dat voor aan de Tweede Kamer, waarna het daar al dan niet van wijzigingen wordt voorzien, ter goedkeuring naar de Eerste Kamer gaat en wordt ingevoerd. Maar zo gaat het nu dus niet, in elk geval niet met de grote herziening van het belastingstelsel, de eerste sinds de eeuwwisseling.

De premier voert daarbij aan dat de coalitie toch al geen meerderheid had in de Eerste Kamer en daar nu zelfs geen meerderheid meer heeft met de gedogers van de afgelopen jaren: D66, ChristenUnie en SGP.

‘Shoppen’

Daar komt bij dat Rutte voor de invoering van het nieuwe belastingstelsel naar eigen zeggen niet genoeg heeft aan de resterende kabinetsperiode. Hij wil ‘breed draagvlak’ tot na die tijd. Invoering kan volgend jaar wel beginnen, maar daarna nog jaren voortgaan.

Rutte suggereert, tegen beter weten in, dat als VVD en PvdA dat zouden willen, ze best in één avond met een uitgewerkt nieuw belastingstelsel kunnen komen. Maar de Kamer zou daar volgens hem in gaan ‘shoppen’ en niets bruikbaars overlaten.

En dus is het kabinet al een tijdje aan het sonderen bij tal van fracties in de Tweede Kamer. Rutte heeft daarbij persoonlijk de regie in handen genomen. Het nieuwe belastingstelsel, aldus tot stand gekomen in achterkamertjes met zowel de regeringspartijen VVD en PvdA als met een keur aan oppositiepartijen, zou vervolgens zonder kleurscheuren door zowel de Tweede als de Eerste Kamer moeten worden omarmd.

Nieuw is deze aanpak niet. Drie jaar geleden deed het demissio­naire kabinet-Rutte I – dat noch in de Tweede, noch in de Eerste Kamer een meerderheid had – ook al een beroep op een reeks van oppositiepartijen, toen om de begroting van 2013 samen te stellen. Dat Kunduz-akkoord kwam er, met de regeringspartijen VVD en CDA en de oppositiepartijen D66, GroenLinks en ChristenUnie.

Geïrriteerd

Maar ‘Kunduz’ was een gelegenheidsconstructie, in het zicht van de verkiezingen van 12 september 2012 die tot het kabinet van VVD en PvdA zouden leiden. De belastingherziening die Rutte nu voor ogen staat, is eigenlijk een soort tussentijdse aanvulling op het Regeerakkoord van VVD en PvdA uit 2012, waarvoor hij al bij voorbaat steun van een reeks oppositiepartijen hoopt te verzamelen.

Rutte spreekt vooral CDA en D66 al maanden aan op wat hij ziet als hun traditionele rol als ‘verantwoordelijke’ partijen. CDA-leider Sybrand Buma en D66-leider Alexander Pechtold reageren daar doorgaans geïrriteerd op.

Zij vinden dat het aan het kabinet is om met voorstellen te komen, dat het kabinet niet voortdurend moet dralen, en zeggen te zullen steunen wat hun bevalt.

Maar voor Rutte is dat dus niet genoeg: die geeft de ‘verantwoordelijke’ oppositie in de beslotenheid inspraak, maar wenst dan wel dat zij hem in de openbaarheid ook steunen. De premier heeft er naar eigen zeggen ook vertrouwen in dat het zal lukken, al was het maar omdat er voor de oppositie ook wat uit te delen valt nu de economie aantrekt en de staatsfinanciën er beter voor staan.

Premierbonus

Als Rutte zijn zin krijgt, gaat het kabinet dus niet twee jaar op de handen zitten, maar doorregeren met gedoogsteun van een nieuwe ‘constructieve’ oppositie, die het kabinet tot maart 2017 op de been houdt. Waarbij de belastingherziening de nieuwe gedoogconstructie bij elkaar zou moeten houden.

Voor Rutte is het extra aantrekkelijk om, als de economie het – gesteund door een lage euro en goedkope olie – aardig blijft doen, de kabinetsperiode netjes af te maken en pas in 2017 naar de kiezer te hoeven.

De partij van een premier doet het doorgaans goed bij verkiezingen als een kabinet is aangetreden in slechte tijden en de premier de indruk kan wekken dat het door het kabinetsbeleid beter is gegaan.

Bij de VVD verwachten ze, terecht of niet, dat de premierbonus van Rutte een extra duwtje kan krijgen als Nederland begin 2016 roulerend voorzitter van de Europese Unie is. Nu al koketteert de premier graag met zijn ontmoetingen met Angela Merkel, David Cameron en Barack Obama.

Toorn van de kiezer

Regeringspartij PvdA ontbeert zo’n perspectief. Leider Diederik Samsom verloor, al samenwerkend met Rutte, drie verkiezingen. Volgens Maurice de Hond heeft de PvdA met negen zetels in de Tweede Kamer er in de peilingen nog nooit zo slecht voorgestaan.

De kans dat de PvdA over twee jaar alsnog riant wordt beloond voor het regeren met Rutte is niet bijster groot, maar Samsom heeft er wel alle belang bij de toorn van de kiezer zo lang mogelijk te ontlopen en intussen op betere tijden te hopen.

En partijen als CDA en D66? Als zij het kabinet niet steunen, krijgen ze het verwijt van Rutte dat ze hun verantwoordelijkheid niet  hebben genomen. De premier speelt daar nu al mee. Als CDA en D66 het kabinet wel gedogen, zitten ze daaraan vast tot maart 2017, op straffe van een behandeling door Rutte zoals Geert Wilders die kreeg nadat die in de versie van Rutte zelf in april 2012 ‘wegliep’ uit het Catshuis en zo zijn verantwoordelijkheid ontliep.

Het kan zo maar eens blijken dat Rutte II, al pokerend met nieuwe gedoogsteun, toch nog 2017 haalt.

Elsevier nummer 23, 6 juni 2015