Schilderswijkrellen tonen grimmige gezicht van extreem-links

'Arie Kievit/ANP'

Waar Pro Patria zich bij de demonstraties aan de wet hield, richtten ‘bestrijder van onrecht’ Saïd Roustayar en zijn kameraden grote vernielingen aan.

Nadat de Arubaan Mitch Henriquez eind juni bij zijn arrestatie overleed, kon de Internationale Socialist Saïd Roustayar (22) niet anders dan vanuit zijn woonplaats Bunnik naar de Haagse Schilderswijk reizen om daar een potje te rellen.

‘Racistisch politiegeweld’ aan de kaak stellen doe je blijkbaar het beste door stenen naar de politie te gooien, te helpen bij het in de fik steken van een bouwkeet en de wijkbewoners de stuipen op het lijf te jagen.

Roustayar mag zich graag voordoen als bestrijder van ‘onrecht’, bijvoorbeeld toen hij afgelopen mei met FNV-initiatief Young & United bij de Sociaal-Economische Raad binnenstormde om te protesteren tegen het ‘te lage’ minimumjeugdloon. Tijdens de Schilderswijkrellen met de Internationale Socialisten (IS) en de Anti-Fascistische Actie (AFA) toonde hij zijn extremistische kant.

Bezorgde burgers

De rechter had vorige week terecht weinig begrip voor Roustayars actieve rol bij de rellen en veroordeelde hem tot zes maanden cel (waarvan twee maanden voorwaardelijk) en legde hem een gebiedsverbod voor de Schilderswijk op.

Extreem-linkse clubs als AFA en IS bestempelen nationalistische protesten zoals die van Pro Patria vorig jaar in de Schilderswijk, als ‘neonazistisch’.

Extreem-links spoort deelnemers op, belt hun werkgever dat ze een neonazi in dienst hebben. En dat terwijl lang niet alle deelnemers extreem­rechts gedachtegoed koesteren, ook bezorgde burgers liepen mee.

Pro Patria maakte die dag gebruik van haar recht om te demonstreren en hield zich aan de wet – in tegenstelling tot Roustayar en zijn kameraden die vorige maand smakeloos de tragische dood van een Arubaan kaapten om grote vernielingen aan te richten in de Schilderswijk.

Elsevier nummer 32, 8 augustus 2015