We moeten van de Europese Unie houden, vinden politieke leiders. Maar het wordt de kiezers niet makkelijk gemaakt.
Want de Europese Unie is slechts een bouwplaats. Ooit moet het iets moois worden, als een ‘kasteel in Spanje’, zoals de Fransen zeggen. Maar zover is het nog lang niet.
Om drie redenen stelt de Europese Unie steeds teleur.
1. Beloften worden nooit nagekomen, afspraken niet gehouden. Zo is ingestemd met de euro onder voorwaarde dat landen niet zouden worden gered van een eventueel faillissement.
Zodra Griekenland in problemen kwam, is deze afspraak geschonden. Landen zouden zich ook houden aan de regel dat het tekort op de begroting nooit hoger mag zijn dan 3 procent van de nationale economie. Frankrijk en Duitsland trokken zich er niets van aan.
2. De Europese Unie doet zich steeds groter en machtiger voor dan ze is. Een paar maanden geleden spraken de leiders af om vluchtelingen al in de kustwateren van Libië tegen te houden. In de praktijk komt daar niets van terecht. Europa heeft de middelen niet. Zo moesten ook de binnengrenzen worden afgeschaft. Maar Brussel blijkt niet in staat de buitengrenzen te bewaken.
3. Steeds als de Europese Unie faalt, is de oplossing nog meer Europa. Als de banken instorten, komt er een bankenunie. Als de grenzen worden overlopen, moet het asielbeleid Europees worden; als de euro faalt, moet er een Europese financiële regering komen. Helpen doet het niet, het zijn bezweringsformules.
De Europese Unie heeft geen eurosceptici nodig. Ze ondermijnt zichzelf.
Elsevier nummer 36, 5 september 2015