De SGP wil dat machtsoverdracht aan de Europese Unie (EU) alleen kan als daarvoor een tweederde meerderheid is in Eerste en Tweede Kamer. Verstandig voorstel.
Nederland heeft twee ‘grondwetten’. De Grondwet van het Koninkrijk, en internationale verdragen. Aan die eerste mogen rechters expliciet niet toetsen. Immers, het laatste woord is aan de volksvertegenwoordiging. Aan die tweede ‘grondwet’, de internationale verdragen, mogen Nederlandse rechters wel toetsen.
Het gevolg: zij vragen advies van het Europese Hof van Justitie in Luxemburg voordat zij vonnissen. Zo fungeren dat Hof en andere internationale rechtsprekende of oordelende organisaties als ons grondwettelijk hof.
Deze situatie is ontstaan door de lichtzinnige overdracht van bevoegdheden aan internationale organisaties, en door de bepaling dat internationale verdragen juridisch van grotere waarde zijn dan Nederlandse wetten. Nederlandse rechters vragen dan ook veel meer dan rechters uit andere landen advies aan het Hof.
Zware procedure
Onze ‘eigen’ Grondwet kan alleen worden veranderd als tweederde van beide Kamers instemt. SGP-voorman Kees van der Staaij wil voor nieuwe Unieverdragen ook zo’n tweederde meerderheidseis. Want elke overdracht van macht heeft de uitwerking van een Grondswetswijziging.
Van der Staaij werkt sinds 2006 aan een Grondwetswetswijziging. Nu heeft hij meerderheden in beide Kamers. Op 22 september stemt de Tweede Kamer erover. Pas na een meerderheid in de Eerste Kamer, verkiezingen en tweederde meerderheid in beide Kamers kan de Grondwet worden aangepast. Een zware procedure, en zo hoort het ook. Bij een Grondwetswijziging past geen lichtzinnigheid. Zeker niet als die is vermomd als machtsoverdracht aan de EU.
Elsevier nummer 38, 19 september 2015