Van der Steur moet de regie nemen op eigenzinnig ministerie

'Bart Maat/ANP'

Een pleidooi voor ‘betere communicatie’ op justitie is volstrekt onvoldoende. Hoogste tijd om schoon schip te maken.

Als Volkert van der Graaf niet uit de school had geklapt tegen een kennis die hun gesprek stiekem opnam, was nooit bekend geworden dat de eerste foto na zijn voorwaardelijke vrijlating op 16 juni 2014 in overleg met ambtenaren van justitie was gemaakt. Geen overtreding van het opgelegde mediaverbod, dus.

Minister Ard van der Steur (VVD) van Veiligheid en Justitie moest dinsdag in een brief aan de Tweede Kamer erkennen dat er ‘inschattingsfouten’ zijn gemaakt. Tussen de regels door gaf hij zijn ambtelijke top een forse veeg uit de pan, maar hij verzuimt hard in te grijpen.

Medewerkers van het Openbaar Ministerie (OM), de Nationaal Coördinator Terrorismebestrijding en Veiligheid (NCTV), de Reclassering, de Dienst Justitiële Inrichtingen en de politie wisten van de voorgenomen foto, maar verzuimden hun bazen over de uitvoering te informeren. Daardoor waren de bewindslieden evenmin op de hoogte.

‘Summier’

In zijn brief schrijft Van der Steur: ‘Er was geen algehele regievoering in deze fase.’ Wat heet! Hoe is het mogelijk dat lagere ambtenaren in zo’n gevoelige zaak hun eigen gang gingen? Begin juni 2014 vond de NCTV de foto ‘minder relevant’, maar verzuimde de deal terug te draaien. Ziedaar het probleem van het monsterdepartement: naast eigenzinnige ambtenaren ook nog eens gebrekkige communicatie.

Dat Van der Steur zelf vorige week de Tweede Kamer onvolledig informeerde over de gang van zaken, betreurt hij.  Het ambtsbericht van het OM waarop hij zijn antwoorden baseerde, was ‘summier en met een beperkte focus’. Na de ‘bonnetjes-affaire’ waarover zijn voorganger viel, blijkt dat het departement nog steeds als los zand aan elkaar hangt.

Hoogste tijd om schoon schip te maken. Een pleidooi voor ‘betere communicatie’ is volstrekt onvoldoende.

Elsevier nummer 40, 3 oktober 2015