Gelukkig kennen we in Nederland een wachtgeldregeling voor politici. Maar wachtgeld is niet bedoeld als salaris bij vrijwillig vertrek.
Het is volkomen terecht dat er een goede wachtgeldregeling is voor politici. Ze kunnen immers van de ene op de andere dag op straat komen te staan, zonder dat ze er zelf schuld aan hebben.
Door een fout van een ambtenaar kan een minister of wethouder worden gedwongen af te treden. En de Tweede Kamer kan om politieke redenen plotsklaps een kabinet naar huis sturen, zodat nieuwe verkiezingen uitgeschreven dienen te worden en iedereen z’n baan kwijt is.
Ongewis
Waar nog bij komt dat een politieke carrière niet valt te plannen. Of je daadwerkelijk wordt gekozen of gevraagd, blijft lang ongewis. Maar je moet wel direct je eigen baan opzeggen. Bij niet-ambtenaren geldt zelden recht op terugkeer in de oude functie.
In plaats van politici uit te schelden (ten onrechte) als zakkenvullers, moeten andere burgers blij zijn dat een groep mensen bereid is om het bestuur van gemeente, provincie en land op zich te nemen.
Op het schild
Uiteraard is wachtgeld niet bedoeld als salaris bij vrijwillig vertrek. Zoals bij Wassila Hachchi (36). Het D66-Kamerlid vertrok afgelopen week om naar eigen zeggen te gaan werken voor de campagne van presidentskandidaat Hillary Clinton.
Haar vertrek valt vooral haar partij aan te rekenen. Niet de kiezers, maar D66 heeft haar op het schild gehesen. Die partij zou wat beter moeten opletten bij het rekruteren van haar kandidaten.
Over Hachchi kan nog worden opgemerkt dat Nederlands wachtgeld niet gebruikt zou moeten worden om een politieke kandidaat in een ander land mee te ondersteunen. Over loyaliteit gesproken.
Elsevier nummer 4, 30 januari 2016