Vanavond is het slotdebat voor de verkiezingen 2017 en menigeen zal een zucht van verlichting slaken. Weer gewone actualiteitenrubrieken en praatshows, een gewoon Jeugdjournaal, een gewoon Goedemorgen en ook zal ineens in de dagbladen blijken dat de wereld buiten Nederland (en Turkije) nog steeds bestaat, schrijft Philip van Tijn.
Voor vele gewone mensen en buitengewone (de ‘verkiezingsexperts’) was het debat Rutte-Wilders wekenlang het verwachte hoogtepunt. Ooit het zogeheten ‘premiers-debat’ en geleidelijk geworden tot het debat tussen de gevestigde orde en de aanvaller. Sinds gisteravond 19.00 uur is dan ook trending wie gewonnen heeft.
In een analyse van Eric Vrijsen in Elsevier was de uitslag 3-1 in het voordeel van Rutte en dat was de overheersende mening (al of niet op grond van vooroordeel), hoewel ook menigeen Wilders zag zegevieren.
Kennedy en Nixon
Verkiezingsdebatten bestaan in ons land in uiteenlopende gedaanten al ruim een halve eeuw. In de Verenigde Staten bestond het debat tussen presidentskandidaten al vele jaren, maar het kreeg internationale faam door de vier debatten tussen Kennedy en Nixon in 1960. Vooral het laatste, met een frisse, energieke good looking Kennedy tegen een vermoeide, niet erg betrouwbaar ogende Nixon met zweetpareltjes op zijn gezicht.
Als er één debat is geweest waarvan je kunt zeggen dat het de verkiezingen heeft beslist dan wel dit historische treffen. Over de betekenis van het presidentsdebat voor de meest recente Amerikaanse verkiezingen zijn de geleerden het niet eens, vooral als gevolg van Trumps onconventionele aanpak.
Traditioneel links en rechts
Wat er in ons land het dichtste bij komt zijn de debatten tussen Joop den Uyl en Hans Wiegel, rond 1970. Die waren, zeker naar de normen van toen, absolute antipoden, het traditionele links en rechts. En hoewel de televisie nog in de kinderschoenen stond, keek iedereen. Toch was de invloed op de uitslag vrij gering. Gedegen onderzoek bracht aan het licht dat door het debat linkse kijkers ‘Uyliger’ en rechtse ‘Wiegeliger’ werden. Dus als de kemphanen geen stomme dingen zeggen, niet aantoonbaar liegen, niet transpireren, is zo’n debat misschien heel interessant maar zonder wezenlijke invloed.
Daar komt bij ons nog iets bij. Wij hebben niet twee lijsttrekkers maar bijna twintig. In ons partijenstelsel past zo’n debat eigenlijk niet. Althans niet meer, want wel in het tijdperk van polarisatie van Den Uyl en Wiegel. Ik durf de stelling aan dat er gisteren geen sprake is van een winnaar, maar van twee verliezers. Iedere kijker die niet al vastbesloten was op één van beiden te stemmen, kreeg een grabbelton aangereikt met daarin van alles en nog wat waarmee hij/zij het oneens was. Geen zieltjes gewonnen.
Als ik gelijk heb, is het wel erg ironisch dat zowel Rutte als Wilders tot het uiterste hebben bevochten dat het hún tweestrijd zou blijven.