Dat waarnemend burgemeester Jozias van Aartsen (VVD) van Amsterdam te laat zijn gezicht liet zien in de wijk waar vorige wijk vrijdag in een buurthuis een 17-jarige jongen het slachtoffer werd van een ‘vergismoord’, is goedkope retoriek vanaf de zijlijn.
Het is heel verstandig dat Van Aartsen niet meteen uitrukte naar de plek des onheils. De eerste 24 uur zijn cruciaal voor de recherche om sporenonderzoek te doen en getuigen te spreken. Dan zit niemand op bezoek van de burgemeester te wachten. Ook in het weekeinde zou hij te vroeg zijn geweest. Dat met name De Telegraaf op de man speelde en zijn schriftelijke verklaring mager vond, is wat al te gemakkelijk.
De kogels waren vermoedelijk bestemd voor de 19-jarige Gianni L. Telegraaf-columniste Nausicaa Marbe beweert vandaag dat hij op een dodenlijst stond en dat had iedereen moeten weten. Was het maar zo simpel. Ja, Gianni bleek ‘een bekende’ van de politie, maar dat zijn er zoveel. In november raakte hij ook al gewond bij een schietpartij. Maar zijn rol destijds was niet duidelijk. Als de politie had geweten dat hij levensgevaar liep, was hij meteen gewaarschuwd en vermoedelijk beveiligd.
Nabestaanden juist onder de indruk van betrokkenheid
Afgelopen woensdag bezocht Van Aartsen het buurthuis en sprak vier uur met familie van het slachtoffer en met ooggetuigen. Die waren na afloop onder de indruk van zijn betrokkenheid en steunende woorden. Meteen na de schietpartij waren de emoties hoog opgelopen en was de toedracht nog onduidelijk. In zo’n sfeer heeft een gesprek weinig zin.
Van Aartsen is amper twee maanden in Amsterdam aan het werk. Natuurlijk heeft hij dan geen panklare oplossing paraat voor een situatie die al jaren geleden uit de hand is gelopen. Als hij de komende tijd op zijn handen blijft zitten, is er reden voor harde kritiek. Maar geef hem even de tijd.