Onderzoek: Nederlandse F-16’s waren ‘te dicht bij elkaar’

Uit analyse van de vluchtgegevens van twee Nederlandse F-16’s blijkt dat ze maandagavond tijdens een oefening boven Duitsland ‘te dicht bij elkaar’ zijn gekomen.

Dat heeft het ministerie van Defensie dinsdag bekendgemaakt.

Boven land
De gevechtsvliegtuigen, die afkomstig waren van vliegbasis Leeuwarden, voerden een nachtvlucht uit. Normaal gebeurt dat boven zee, maar vanwege het weer moesten de F-16’s uitwijken naar het oefengebied boven het noorden van Duitsland.

Als onderdeel van hun training moesten de piloten in formatie vliegen om een onderschepping na te doen. Daarbij kwamen de toestellen onbedoeld te dicht bij elkaar, aldus de luchtmacht.

‘Near miss’
De oefening is daarna direct stopgezet. De piloten zijn teruggekeerd naar Leeuwarden om het incident te evalueren. De bijna-botsing werd ook opgemerkt door vliegtuigspotters. Die hadden opgevangen dat de piloten de woorden ‘near miss’ (net voorkomen botsing) gebruikten.

Volgens Defensie komen dit soort incidenten zelden voor door de zorgvuldige training en strenge veiligheidsprocedures.

Beluister hier het gesprek tussen de F-16-piloten