Fabrikanten van verkeersborden smeren Nederlandse gemeenten allerlei overbodige verkeersborden aan. Ze verdienen er veel geld mee, maar de verkeerssituatie wordt er onduidelijk of zelfs gevaarlijk door.
Dat zegt Rob Stomphorst, woordvoerder van Veilig Verkeer Nederland, bij BNR.
Mooie praatjes
Volgens BNR komen de bordenleveranciers met mooie praatjes bij gemeenten langs, om maar zoveel mogelijk van dit soort overbodige en verwarrende verkeersborden te verkopen. Die verkoop kan aardig aantikken: een gemeente betaalt voor een parkeerverbodsbord bijvoorbeeld gemiddeld tachtig euro, en voor een onderbordje dertig euro. Er zijn in Nederland naar schatting tussen een half en twee miljoen verkeersborden.
Maar Jan Kemps, voorzitter van brancheorganisatie Vereniging Nederlandse Verkeersborden Fabrikanten (VNVF), ontkent dat bordenmakers actief lobbyen bij gemeenten om extra veel verkeersborden te verkopen.
Bang voor fouten
Kemps benadrukt dat gemeenten zelf verantwoordelijk zijn voor welke borden waar komen te staan.
‘Soms plaatsen gemeenten er te veel omdat ze bang zijn fouten te maken,’ zegt Kemps tegen Elsevier.nl.
Verwarring
Vooral onderbordjes, de kleine rechthoekige borden die ter verduidelijking kunnen worden opgehangen, zouden tot verwarring leiden. ‘In de vakken’ onder een parkeerbord bijvoorbeeld. De plaatsing van zo’n bord zou suggereren dat je je auto normaal gesproken wel buiten de lijnen zou mogen parkeren, zegt Rob Stomphorst van Veilig Verkeer Nederland.
Ook een onderbordje met ‘geldt ook voor de bermen’, bij een parkeerverbod langs de weg, zou de automobilist in verwarring kunnen brengen. Die zou daardoor kunnen denken dat op andere plekken waar dit bordje niet hangt, maar parkeren wel verboden is, parkeren in de berm wel is toegestaan.