Gerechtsdeurwaarders in Nederland voelen zich in de steek gelaten door politie en Openbaar Ministerie. De deurwaarders merken ‘bitter weinig’ van de bescherming waar ze recht op hebben.
Dat zegt de voorzitter van de Koninklijke Beroepsorganisatie van Gerechtsdeurwaarders John Wisseborn dinsdag in NRC Handelsblad.
Gerechtsdeurwaarders voeren het vonnis uit dat de civiele rechter oplegt bij wanbetaling. Ruim 90 procent van hen ondervindt geweld en agressie bij het uitvoeren van het werk.
Weinig bescherming
Deurwaarders zouden bescherming moeten krijgen van de politie, maar daar merkt Wisseborn in de praktijk ‘bitter weinig van’. Als een belaagde deurwaarder bij de politie komt is de reactie volgens Wisseborn vaak: ‘tsja, dat hoort een beetje bij uw werk’.
Maar ook als er aangifte wordt gedaan, reageert de politie niet altijd adequaat. Wisseborn noemt de opstelling van politie en OM ‘hypocriet’: ‘In de media hard roepen dat je plegers van geweld tegen publieke functionarissen wil aanpakken, en het vervolgens nalaten als het erom spant.’
Geen agent mee
Ten slotte vinden de deurwaarders het zorgelijk dat er lang niet altijd meer een agent meegaat bij een ontruiming.
Wisseborn: ‘We boren sloten open, betreden iemands huis tegen zijn wil. Als we daarvan met z’n allen zeggen: het is geen politietaak om daarbij aanwezig te zijn, wat is dan in hemelsnaam wél een politietaak?’