De islamitische school Ibn Ghaldoun moet vanwege de grootschalige examenfraude definitief sluiten. De problemen beslaan zoveel terreinen en zijn zo groot dat de school binnen twee jaar niet de noodzakelijke verbeteringen kan doorvoeren.
Dat concludeert de Onderwijsinspectie dinsdag in een onderzoek naar het bestuurlijk handelen van Ibn Ghaldoun naar aanleiding van de diefstal van eindexamens in mei.
Spiraal
Staatssecretaris Sander Dekker (VVD, Onderwijs) schrijft in een brief aan de Tweede Kamer dat de Rotterdamse school haar bekostiging verliest. Op basis van de conclusies van de Inspectie ziet Dekker ‘geen toekomst voor de school.
Volgens de Inspectie zal de neerwaartse spiraal waar de school in zit, alleen kunnen worden doorbroken door met ‘een schone lei’ te beginnen voor wat betreft financiën, huisvesting en personeel dat zich aan de afspraken houdt.
Taalbeleid
Uit het onderzoek van de Onderwijsinspectie blijkt dat 45 tot 80 procent van de lessen wordt gegeven door onbevoegd of onderbevoegd personeel.
Ook is het taalbeleid onvoldoende, veel leerkrachten spreken niet goed genoeg Nederlands. Taallessen worden gegeven door docenten die daar niet de juiste diploma’s voor hebben, op de lessen Arabisch na, die worden door eerstegraads bevoegde docenten geven.
De problemen zijn individueel al zorgelijk te noemen, ‘maar juist in hun onderlinge samenhang vormen ze een zeer groot risico’.
Gebouw
In het rapport oordeelt de Inspectie genadeloos over de gemeente Rotterdam. Die zette Ibn Ghaldoun in gebouwen die vanwege de slechte kwaliteit al door andere scholen waren verlaten. De gebouwen waren zo slecht dat ze onder het ‘kwalitatieve minimum’ voor goed onderwijs zitten.
Dekker schrijft dat de situatie bij Ibn Ghaldoun ‘zeer uitzonderlijk’ is. Bestuursvoorzitter Ayhan Tonca van Ibn Ghaldoun zegt zich te beraden op vervolgstappen, maar is ervan overtuigd dat zijn school blijft bestaan.
Doorstart
Ondanks de sluiting van Ibn Galdoun ziet Rotterdam nog toekomst voor het islamitische onderwijs in de stad. Wethouder van Onderwijs Hugo de Jonge (CDA) is positief gestemd. Hij zeg dat er in zijn stad behoefte en belangstelling is voor islamitisch onderwijs.
De Jonge verwacht dat er rond de herfstvakantie meer duidelijk is over een mogelijke doorstart van de islamitische school: ‘Het is belangrijk dat de ongeveer zevenhonderd leerlingen die bewust voor een islamitische school hebben gekozen, goede kwaliteit onderwijs krijgen.’
De wethouder erkent dat de gemeente Rotterdam steken heeft laten vallen. De onderwijsinspectie verwijt Rotterdam dat de schoolgebouwen van Ibn Galdoun van slechte kwaliteit waren. Die kritiek is terecht, aldus De Jonge.