Nieuwe poging om doden Watersnoodramp te identificeren

Deskundigen gaan zestig jaar na dato alsnog proberen 32 slachtoffers van de Watersnoodramp van 1953 te identificeren. De burgemeester van Schouwen-Duiveland heeft toestemming gegeven om hun stoffelijke overschotten op te graven.

De opgravingen vinden deze maand plaats in onder meer de dorpen Serooskerke, Ouwerkerk en Nieuwerkerk.

DNA

Op het Zeeuwse eiland Schouwen-Duiveland liggen 32 onbekende mensen begraven, van wie zeker is dat ze tijdens de Watersnoodramp om het leven zijn gekomen. Een zeer zware noordwesterstorm, die bijna 200.000 hectare grond onder water zette, eiste ruim zestig jaar geleden 1.835 levens.

Iedereen van wie een familielid rond 31 januari en 1 februari 1953 vermist raakte, kan DNA afstaan. Het duurt waarschijnlijk nog maanden voordat de eerste mensen geïdentificeerd zijn.

Onbekende doden

De opgravingen zijn onderdeel van een groot programma van de politie om van alle onbekenden die tussen 1920 en 2010 stierven, alsnog de identiteit te achterhalen. Sinds 2010 is het verplicht om van niet-geïdentificeerde doden DNA af te nemen, daarvoor gebeurde dat niet.

Er is een databank met DNA van (familieleden van) vermisten opgezet. Gegevens daaruit kunnen worden vergeleken met het DNA van de overledenen.