Syrië-gangers uit Nederland en andere westerse landen gebruiken hulpverlening als dekmantel voor steun aan jihadisten. Enkele zogenaamde hulpverleners weten op te klimmen tot commandant.
Hulporganisaties in Syrië hebben steeds vaker banden met jihadistische strijders, zeggen Britse radicaliseringsexperts en de Duitse geheime dienst. De westerse jihadisten keren regelmatig terug naar hun land om daar geld in te zamelen voor ‘humanitaire acties’, meldt dagblad Trouw.
Geld
Zo zegt een Nederlands-Syrische tandarts dat hij via een hulpclub Syrië is binnengekomen. Hij werd commandant van de extremistische strijdgroep Ahrar Al-Sjam bij de Turkse grens. De jihadist keert geregeld terug naar Nederland om geld op te halen voor jihadistische organisaties.
Twee Nederlandse jihadisten lieten woensdag in een videoboodschap aan hun familie weten dat ze in Syrië zijn om het volk te helpen. Ook zijn ze aangesloten bij rebellenbeweging Ghuruba Bilad al-Sham, een groep die is gelieerd aan al-Qa’ida.
Jihadreis
Inlichtingendiensten in Duitsland en Groot-Brittannië zien dat veel Syrië-gangers naar het land vertrekken met hulp van liefdadigheidsorganisaties. Autoriteiten denken dat een aantal kleine islamitische hulpclubs ingezameld geld gebruikt voor ‘terroristische activiteiten, direct of indirect’.
Woensdag werd de 24-jarige Mohammed G. veroordeeld, omdat hij een jihadreis naar Syrië wilde maken. Hij werd veroordeeld voor het voorbereiden van moord. De man kreeg geen celstraf opgelegd.