De politieman die de zeventienjarige Rishi Chandrikasing na een korte achtervolging doodschoot bij station Hollands Spoor in Den Haag, wordt nu ook verdacht van moord. De officier van justitie heeft die verdenking maandag aan zijn tenlastelegging toegevoegd.
Daarmee wil het Openbaar Ministerie tegemoetkomen aan de wens van de familie van Rishi.
Te zwakke aanklacht
Het Openbaar Ministerie verdacht de agent eerder alleen van doodslag op Rishi, maar volgens de familie van het slachtoffer is deze aanklacht veel te zwak. Hun advocaat Michael Ruperti is daarom een speciale procedure begonnen hij het Gerechtshof in Den Haag.
‘De agent heeft Rishi van 16 meter afstand weloverwogen en gericht beschoten, terwijl hij wegrende,’ zegt Ruperti. ‘De enige conclusie die hieruit getrokken kan worden, is dat de agent voor moord moet worden vervolgd en veroordeeld.’
Geen voorbedachten rade
De officier van justitie heeft maandag wel gezegd dat er, ondanks de uitbreiding van de aanklacht, volgens hem geen sprake is van voorbedachten rade. Hij zal dan ook vrijspraak vragen voor moord.
De agent, die sinds de dood van Rishi wordt bedreigd, geniet extra bescherming in de rechtszaal, waar maandag om half tien zijn zaak begon. Hij zit in een afgeschermd hokje dat normaal voor tolken is bedoeld. Zijn stem zal tijdens het verhoor worden vervormd.
Achtervolging
Rishi zou in de fatale nacht, in november vorig jaar, mensen hebben bedreigd. Hij zei dat hij een vuurwapen had. Toen de politie hem benaderde, luisterde hij niet naar de aanwijzingen van agenten en gedroeg hij zich verdacht.
Na een korte achtervolging heeft een van de agenten een schot gelost, waarbij Rishi in zijn hals werd geraakt. De jongen is kort daarna aan zijn verwondingen overleden. De agent zegt dat hij richtte op de benen van de jongen.
Zowel de agent als de jongen waren aan het rennen tijdens het incident. Later bleek dat Rishi geen vuurwapen had.